e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Margraten

Overzicht

Gevonden: 1565

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beukennootje beukennootje: -  beukeneutsjes (Margraten) beukennootje [DC 39 (1965)] III-4-3
bewolking lucht: de loch (Margraten) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bewolkte lucht betrokken lucht: de loch is betrokke (Margraten) Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)] III-4-4
bezem bezem: beͅsəm (Margraten) bezem [RND] III-2-1
bezemsteel steel: štīəl (Margraten) bezemsteel [RND] III-2-1
bieden bieden: bejə (Margraten) bieden [RND] III-3-1
bier bier: béér (Margraten) bier [RND] III-2-3
bierpap bierslemp: beersjlemp (Margraten) Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)] III-2-3
biestmelk biest: bis (Margraten), bīs (Margraten) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
bietenloof, bladerkroon blader: blāt (Margraten), bladeren: blārǝ (Margraten) De bladeren van de bietenplant. [N 12, 46; L 30, 34b; monogr.; add. uit N 12, 48] I-5