e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Martenslinde

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
luchtx lucht: loͅx (Martenslinde, ... ) lucht [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)] III-4-4
lucifer spikje: spikskə (Martenslinde, ... ) lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)] III-2-1
lui lui: ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)  lai (Martenslinde), loi (Martenslinde) lui, traag [ZND 01 (1922)] III-1-4
lui (lieden) lui: lai̯ (Martenslinde), mensen: de minse zin haain allemöl botes op ⁄t velt en mèn (Martenslinde), də minsə zin hai̯ən aləmuol bo[u}tən opət feͅld ent meͅə (Martenslinde) De mensen zijn vandaag alle buiten op het veld en maaien. Mensen of lieden of lui enz. [ZND 04 (1924)] || lui (lieden) [ZND 01 (1922)] III-3-1
luid schreien janken: ook materiaal znd 28, 53  janke (Martenslinde), krijten: ook materiaal znd 28, 53  krētə (Martenslinde) luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)] III-1-4
luiden luiden: loiə (Martenslinde) Luiden. [ZND 01 (1922)] III-3-3
luier windel: wenəl (Martenslinde) luier (kinderdoek) [ZND 01u (1924)] III-2-2
luilak vuilak: ook materiaal znd 30, 42 (luiaard)  vōlak (Martenslinde) luilak [ZND 01 (1922)] III-1-4
luisteren luisteren: lestərə (Martenslinde) luisteren [ZND 01 (1922)] III-1-1
luns karleun: kārliɛn (Martenslinde), leun: liɛn (Martenslinde) Metalen spie die door een gat in het uiteinde van de wagenas wordt gestoken om te verhinderen dat het wiel van de as kan afdraaien. Zie ook afb. 216. [N G, 50c; N 17, 63; JG 1a; JG 1b; Wi 13, add.; L 39, 22, add.; div.] II-11