e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q204a plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong van een rund kalf: kalf (Mechelen) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Mechelen), baq (Mechelen), baggen (mv.): baqǝ (Mechelen), kutte: kȳtǝ (Mechelen) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans gansje: gø̜skǝ (Mechelen) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit geitje: gētjǝ (Mechelen) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kip pul: pøl (Mechelen) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen jong: Opm. korter als bij jônk.  jông (Mechelen) jongen (knaap) [SGV (1914)] III-2-2
jongensblouse bloes: bloes (Mechelen), jongensbloes: jongensbloes (Mechelen) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jood jood: (kort).  jüt (Mechelen, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Joedas (Mechelen) Judas [SGV (1914)] III-3-3
juffrouw freule: ps. omgespeld volgens Frings.  frø͂ͅle (Mechelen) juffer [SGV (1914)] III-3-1