e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q204a plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichtgeraakt, kregel gauw kwaad: gauw koewt (Mechelen), gauw kōēwet (Mechelen) kregel [SGV (1914)] || lichtgeraakt [SGV (1914)] III-1-4
lidmaat, ledematen gelid, gelederen: de gliddere (Mechelen) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lied, liedje lied: liejt (Mechelen) lied [SGV (1914)] III-3-2
liederen (mv.) liederen: liejter (Mechelen) liederen (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
lief lief: leef (Mechelen) lief [SGV (1914)] III-1-4
liefde liefde: leefde (Mechelen, ... ) liefde [SGV (1914)] III-1-4, III-3-1
liefhebben liefhaan: leef haa (Mechelen) liefhebben [SGV (1914)] III-1-4
liefkozen lief houden: leef haa? (Mechelen) liefkozen [SGV (1914)] III-1-4
liegen liegen: leege (Mechelen) liegen [SGV (1914)] III-3-1
lies lies: lies (Mechelen), liezen (Mechelen), vlim: vlim, vlimme  vlim (Mechelen) lies [SGV (1914)] || lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] III-1-1