e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vaste varkenshuid zwaards: šwāts (Mechelen) De huid die op het varken vast bleef zitten. Woordtypen als "zwaard(s)", "zwaars", "zwoord", "zwoors" komen in de betekenis "harde rand van een snede spek" ook nog voor in een ander verband in het woordenboek. [N 28, 30; monogr.] II-1
vaste voer- en drinkbak krib: krep (Mechelen), voerbak: vōrbak (Mechelen) De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
vastenavond vastelavond: vasteloavent (Mechelen) Vastenavond [SGV (1914)] III-3-2
vastendag vastendag: vastendaag (Mechelen) vastendag [SGV (1914)] III-3-3
vastentijd vasten: vaaste (Mechelen) vasten [SGV (1914)] III-3-3
vee fokken aantrekken: ātrɛkǝ (Mechelen), trekken: trękǝ (Mechelen) Het houden van vee met als doel de vermenigvuldiging van de dieren. Objecten als "vee" en "koeien" zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10b; monogr.] I-11
vee houden houden: hau̯ǝ (Mechelen), hǫu̯ǝ (Mechelen) Het houden van vee in het algemeen. De opbjecten "vee", "beesten", "koeien" e.a. worden in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10a] I-11
veel drinken zuipen: zoepe (Mechelen, ... ) zuipen [DC 35 (1963)] || zuipen, onmatig drinken [DC 38 (1964)] III-2-3
veel geld waard veel geld waard: veul geld weat (Mechelen) veel geld waard: Die oude eikehouten kast is - - - [DC 39 (1965)] III-3-1
veel te grote schoen grote schuit: grōēte sjūūte (Mechelen) schoen, veel te grote ~ [affeseersjoon] [N 24 (1964)] III-1-3