e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lange neus lange gevel: enne lange gevel (Meerlo) neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] III-1-1
lange tijd lang: lang (Meerlo) een lange tijdsruimte [toer] [N 91 (1982)] III-4-4
langpootmug langpootmug: eigen spellingsysteem  langpoeëtmug (Meerlo) Hoe noemt u de grote mug met bijzonder lange, breekbare poten (langpootmug, horlogemaker, glazemaker, snijder) [N 83 (1981)] III-4-2
langzaam, traag langzaam: langzoam (Meerlo) langzaam [lui, traag, stil, telijig] [N 91 (1982)] III-4-4
lantaarn lucht: leucht (Meerlo), lø&#x0304xt (Meerlo) lantaarn [SGV (1914)] III-2-1
lap lap: lap (Meerlo) sterke doek of stof [lap, vel, lel, del] [N 86 (1981)] III-1-3
larve van de libel sprokkel: sprokkel (Meerlo) larve vd libel III-4-2
lasapparaat lasapparaat: las˱aparāt (Meerlo) In het algemeen een toestel om te lassen. Zie ook de toelichting bij het lemma "wellen, lassen". Met de meer algemene woordtypen lasapparaat, schweissapparat (d.) en laspost zal wel vaak een autogeen lasapparaat bedoeld worden. Zie ook afb. 42. [N 33, 188-189; monogr.] II-11
lasbrander lasbrander: las˱brãndǝr (Meerlo) Lasapparaat dat bestaat uit een metalen buis met tuitvormig mondstuk en twee toevoerleidingen, één voor de brandstof en één voor het verbrandingsmiddel (meestal zuurstof). Als brandstof kan waterstof, lichtgas of acetyleengas worden gebruikt. Zie ook afb. 43. [N 33, 190; monogr.] II-11
laskap, lashelm laskap: laskap (Meerlo) Metalen kap met donkergroen ruitje waarmee tijdens het elektrisch lassen hoofd en ogen tegen straling en metaalspetters beschermd worden. De laskap wordt met één hand vastgehouden, de lashelm wordt op het hoofd gezet. Zie ook afb. 46. [N 33, 192] II-11