e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
durven durven: dörve (Meerlo, ... ), met v-tje op de o  dörve (Meerlo) durven [SGV (1914)] || durven (geen context) [DC 37 (1964)] III-1-4
dutje dutje: dutje (Meerlo), toer: toer (Meerlo) Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] || middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] III-1-2
duur duur: duur (Meerlo) veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)] III-3-1
duwen duwen: douwen (Meerlo), douwə (Meerlo) duwen [RND], [SGV (1914)] III-1-2
dwangbuis dwangbuis: Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  dwangbuus (Meerlo) een op de rug sluitend jasje met lange mouwen om in razernij verkerende krankzin-nigen het gebruik van hun armen te ontnemen [dwangbuis, zotkapootje] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalk biels: Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  biels (Meerlo) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsdrijven dwarsdrijven: dwärsdrieve (Meerlo) dwarsdrijven [SGV (1914)] III-1-4
dwarsdrijver dwarsdrijver: dwarsdrīēver (Meerlo), dwärsdriever (Meerlo), dwarskop: dwarskop (Meerlo), dwarslap: dwarslap (Meerlo), dwarsoor: dwarsoeër (Meerlo), warsdrijver: wersdriever (Meerlo), warshout: fig.  wershōlt (Meerlo), warslap: werslap (Meerlo), warsoor: wersoeër (Meerlo) dwarsdrijver [SGV (1914)] || dwarslap || iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)] III-1-4
dwingen dwingen: dwinge (Meerlo, ... ), dwingen (Meerlo) dwingen || het iemand onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen [dwingen, nopen] [N 85 (1981)] || nopen [SGV (1914)] III-1-4
e. bijzondere rieken, naar het gebruiksdoel schanseriek: sxānsǝrīk (Meerlo) [N 18, 24] I-5