e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eau de cologne eau de cologne (fr.): eau de Calogne (Meerlo) reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)] III-1-3
echo galm: galm (Meerlo) een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)] III-4-4
echtgenoot mens: meens (Meerlo), mins (Meerlo, ... ), mīns (Meerlo) (man. ) Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot? [DC 05 (1937)] || [haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] || de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] || echtgenoot III-2-2
echtgenote vrouw: vrouw (Meerlo) de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] III-2-2
eczeem haarworm: heurwurm (Meerlo) Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)] III-1-2
eed eed: ĕĕit (Meerlo) eed [SGV (1914)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: inkhörke (Meerlo), eekkats: eengkats (Meerlo), inkkats (Meerlo), eekkatsje: inkketske (Meerlo) eekhoorn [DC 07 (1939)] || eekhorentje [SGV (1914)] III-4-2
eelt, eeltknobbel zwel: zweel (Meerlo) eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] III-1-2
eeltwrat, zweelwrat zweel: zwēl (Meerlo) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een aanmerking maken kijven: kiēve (Meerlo), uitpoeieren: ütpoeiere (Meerlo), uitpoetsen: ütpoetse (Meerlo) iemand een afkeurende opmerking geven [struffen] [N 85 (1981)] || uitkafferen, de les lezen || uitvegen, de les lezen III-1-4