28973 |
rijgen |
rijen:
rējǝ (L217p Meerlo)
|
Het voorlopig verbinden van een of twee delen aan elkaar met de rijgsteek, op tafel of op de hand. [N 59, 52b; N 59, 51a; N 59, 51b; N 62, 6; N 62, 7; L 1a-m; L 1u, 41; L B1, 75; Gi 1.IV, 19; MW; S 7; monogr.]
II-7
|
18358 |
rijglaars |
rijglaars:
rīēglaars (L217p Meerlo)
|
rijglaars
III-1-3
|
21269 |
rijkdom |
rijkdom:
rikdom (L217p Meerlo)
|
rijkdom [RND]
III-3-1
|
21476 |
rijksveldwachter |
champetter (<fr.):
Fr. champêtre.
schampieter (L217p Meerlo),
rijks:
(= rijkspolitie).
rijks (L217p Meerlo),
veldwachter:
(= gemeentepolitie).
veldwachser (L217p Meerlo)
|
een agent van de rijksveldwacht [die zorgt voor de handhaving van de orde op het platteland] [rijks, schabeletter, champetter, pandoer, garde, vörster] [N 90 (1982)] || Veldwachter (fr. champêtre). [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21474 |
rijkswachter |
gendarme (fr.):
Schanderm, schanderm
schandērm (L217p Meerlo),
marechaussee (<fr.):
Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!
marechausee (L217p Meerlo)
|
een lid van het militaire politiekorps [gendarm, harenmutsel, pakkeman, marechaus-see, massee] [N 90 (1982)] || Schanderm: marechaussee.
III-3-1
|
20816 |
rijp |
rijp:
rĭĕp (L217p Meerlo)
|
rijp [RND]
III-2-3
|
25186 |
rijp, rijmx |
rijm:
riem (L217p Meerlo),
rijp:
riep (L217p Meerlo),
rouwvorst:
rauwvōrst (L217p Meerlo)
|
rijm (op boomen) [SGV (1914)] || rijm, rijp, bevroren dauw of mist || rijp, rijm [DC 48 (1973)]
III-4-4
|
33509 |
rijshout, bonenstaak |
bonenstaak:
boeënestaak (L217p Meerlo),
erwtenrijs:
ērteries (L217p Meerlo),
rijs:
ries (L217p Meerlo),
rīēs (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo,
L217p Meerlo)
|
Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [SGV (1914)] || rijs [SGV (1914)] || rijshout || rijzen (mv.) [SGV (1914)]
I-7
|
20603 |
rijstebrij |
rijstepap:
Met de kermis kreeg men altijd als nagerecht: riestepap mit soeker en kanieël dr òver: met de kermis kreeg men altijd als nagerecht rijstpap met suiker en kaneel erover
ristəpap (L217p Meerlo)
|
rijstpap
III-2-3
|
20737 |
rijstevlaai |
rijstevlaai:
ristəflāi̯ (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo)
|
rijstevlaai || rijstvla
III-2-3
|