e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoolopziener schoolopziender: schōlopziender (Meerlo) schoolopziener [SGV (1914)] III-3-1
schoolrapport rapport (<fr.): report (Meerlo) schoolrapport; Kent u een ander woord voor ....... [DC 48 (1973)] III-3-1
schoon, rein schoon: schon (Meerlo) Rein, schoon, als gevolg van het poetsen (schoon, proper) [N 79 (1979)] III-2-1
schoondochter schoondochter: schondochter (Meerlo) schoondochter [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonmoeder schoonmoeder: schonmooder (Meerlo) schoonmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonouders schoonouders: schonalders (Meerlo) schoonouders [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonvader schoonvader: schonvader (Meerlo) schoonvader [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonzoon schoonzoon: schonzoon (Meerlo) schoonzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonzuster schoonzuster: neen  schonzuster (Meerlo), zwegerse: zweegers (Meerlo) schoonzuster [SGV (1914)] || schoonzuster; Bestaan er verschillende woorden voor de zuster van den man of de vrouw, en de vrouw van den broeder? [DC 05 (1937)] III-2-2
schoor stijp: stip (Meerlo) Paal of stijl die ter ondersteuning schuin onder een constructie wordt geplaatst. [N 31, 48b; monogr] II-9