21366 |
schoolopziener |
schoolopziender:
schōlopziender (L217p Meerlo)
|
schoolopziener [SGV (1914)]
III-3-1
|
21426 |
schoolrapport |
rapport (<fr.):
report (L217p Meerlo)
|
schoolrapport; Kent u een ander woord voor ....... [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
19424 |
schoon, rein |
schoon:
schon (L217p Meerlo)
|
Rein, schoon, als gevolg van het poetsen (schoon, proper) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20354 |
schoondochter |
schoondochter:
schondochter (L217p Meerlo)
|
schoondochter [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20352 |
schoonmoeder |
schoonmoeder:
schonmooder (L217p Meerlo)
|
schoonmoeder [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20351 |
schoonouders |
schoonouders:
schonalders (L217p Meerlo)
|
schoonouders [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20150 |
schoonvader |
schoonvader:
schonvader (L217p Meerlo)
|
schoonvader [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20353 |
schoonzoon |
schoonzoon:
schonzoon (L217p Meerlo)
|
schoonzoon [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20263 |
schoonzuster |
schoonzuster:
neen
schonzuster (L217p Meerlo),
zwegerse:
zweegers (L217p Meerlo)
|
schoonzuster [SGV (1914)] || schoonzuster; Bestaan er verschillende woorden voor de zuster van den man of de vrouw, en de vrouw van den broeder? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
27939 |
schoor |
stijp:
stip (L217p Meerlo)
|
Paal of stijl die ter ondersteuning schuin onder een constructie wordt geplaatst. [N 31, 48b; monogr]
II-9
|