25008 |
hoek (tussen twee lijnen) |
hoek:
hook (Q099p Meerssen)
|
hoek [SGV (1914)]
III-4-4
|
17763 |
hoektand |
hoektand:
hóktànt (Q099p Meerssen),
oogstand:
augstand (Q099p Meerssen)
|
hoektand [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
22358 |
hoepel |
reep:
rēīp (Q099p Meerssen),
rijp (Q099p Meerssen)
|
Hoe noemt men het kinderspeelgoed, bestaande uit een grote houten of ijzeren ring, die met een stokje, een haak of een oog wordt voortgedreven, zodat hij over de weg rolt? [DC 19 (1951)] || hoepel [SGV (1914)]
III-3-2
|
22359 |
hoepelen |
repen:
rĕĭpe (Q099p Meerssen)
|
hoepelen [SGV (1914)]
III-3-2
|
18319 |
hoepelrok |
repenrok:
reiperok (Q099p Meerssen)
|
hoepelrok [reekerok] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
34619 |
hoepels van de huifkar |
repen:
ręi̯pǝ (Q099p Meerssen)
|
Houten hoepels waarover de huif gespannen werd. De hoepels werden in krammen tegen de zijplanken bevestigd. Meestal waren er vijf, waarvan de voorste naar voren helde. [N 17, 74 + 99]
I-13
|
18017 |
hoest |
hoest:
hoos (Q099p Meerssen)
|
hoest [SGV (1914)]
III-1-2
|
18018 |
hoesten |
blaffen:
blaffe (Q099p Meerssen),
hoesten:
hooste (Q099p Meerssen),
kuchelen:
kuchele (Q099p Meerssen)
|
hoesten [keche, kechelen] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
18307 |
hoge herenschoen |
rijgschoen:
rieschoon (Q099p Meerssen),
wagschoen:
whag-schoon (Q099p Meerssen)
|
herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)] || sokschoenen, hogemanschoenen, in de betekenis van soort schoen; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)]
III-1-3
|
32445 |
hoge klomp |
blokkenklomp:
blǫkǝ[klomp] (Q099p Meerssen)
|
Klomp met een hoge en lange, tot boven de wreef doorlopende kap. De klompopening sluit bij dit type klompen goed om de voet zodat er geen klompenriem nodig is. Zie ook afb. 259. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ. De kapklomp die in en rond Venray (L 210) bekend was, was een luxe hoge klomp die versierd was met koperen spijkers. Hij was volgens het Venrays woordenboek (pag. 227), ondanks de hoge kap toch van een leren band voorzien en werd op zondag gedragen.' [N 24, 70b; monogr.]
II-12
|