e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoek (tussen twee lijnen) hoek: hook (Meerssen) hoek [SGV (1914)] III-4-4
hoektand hoektand: hóktànt (Meerssen), oogstand: augstand (Meerssen) hoektand [DC 01 (1931)] III-1-1
hoepel reep: rēīp (Meerssen), rijp (Meerssen) Hoe noemt men het kinderspeelgoed, bestaande uit een grote houten of ijzeren ring, die met een stokje, een haak of een oog wordt voortgedreven, zodat hij over de weg rolt? [DC 19 (1951)] || hoepel [SGV (1914)] III-3-2
hoepelen repen: rĕĭpe (Meerssen) hoepelen [SGV (1914)] III-3-2
hoepelrok repenrok: reiperok (Meerssen) hoepelrok [reekerok] [N 24 (1964)] III-1-3
hoepels van de huifkar repen: ręi̯pǝ (Meerssen) Houten hoepels waarover de huif gespannen werd. De hoepels werden in krammen tegen de zijplanken bevestigd. Meestal waren er vijf, waarvan de voorste naar voren helde. [N 17, 74 + 99] I-13
hoest hoest: hoos (Meerssen) hoest [SGV (1914)] III-1-2
hoesten blaffen: blaffe (Meerssen), hoesten: hooste (Meerssen), kuchelen: kuchele (Meerssen) hoesten [keche, kechelen] [N 10a (1961)] III-1-2
hoge herenschoen rijgschoen: rieschoon (Meerssen), wagschoen: whag-schoon (Meerssen) herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)] || sokschoenen, hogemanschoenen, in de betekenis van soort schoen; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)] III-1-3
hoge klomp blokkenklomp: blǫkǝ[klomp] (Meerssen) Klomp met een hoge en lange, tot boven de wreef doorlopende kap. De klompopening sluit bij dit type klompen goed om de voet zodat er geen klompenriem nodig is. Zie ook afb. 259. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ. De kapklomp die in en rond Venray (L 210) bekend was, was een luxe hoge klomp die versierd was met koperen spijkers. Hij was volgens het Venrays woordenboek (pag. 227), ondanks de hoge kap toch van een leren band voorzien en werd op zondag gedragen.' [N 24, 70b; monogr.] II-12