e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koorkap koormantel: kwarmantel (Meerssen) De koorkap [koeërmangtel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koorstoel koorstoel: unne kwarsjtool (Meerssen) Een koorstal of koorstoel: zetel of zitplaats in een koorbank van het koorge-stoelte. [N 96A (1989)] III-3-3
koorts koorts: ko:rdz (Meerssen), koorts (Meerssen) koorts [RND], [SGV (1914)] III-1-2
koorzanger koorzanger: kwarzenger (Meerssen) Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kopen gelden: gelle (Meerssen), kopen: koupe (Meerssen, ... ) koopen [SGV (1914)] || kopen (geen context) [DC 37 (1964)] III-3-1
koper poetsen oppoetsen: oppotse (Meerssen), poetsen: pòtse (Meerssen), pôtse (Meerssen, ... ) metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)] III-2-1
kopieerwieltje radeerwieltje: rędērwilkǝ (Meerssen) Een scherp getand wieltje aan een handvat om patronen uit te raderen. Zie afb. 5. [N 59, 4] II-7
kopje tas: tas (Meerssen) een kop koffie [SGV (1914)] III-2-1
kopjeduikelen een keukelebuit doen: kōēkelebout doon (Meerssen) duikelen, voorover vallen [stulpe, stölpe] [N 10 (1961)] III-3-2
koppelstang drijfstang: drīfštaŋ (Meerssen) De lat met aan de wielzijde een gebogen gedeelte, waarmee de trapbeweging door middel van de trede op het drijfwiel wordt overgebracht. [N 34, B4] II-7