21288 |
melkboer |
melkboer:
mɛləgbu:r (Q099p Meerssen)
|
melkboer [RND]
III-3-1
|
34227 |
melkstoeltje |
melkstoel:
mɛlkstōl (Q099p Meerssen),
mɛlkštōl (Q099p Meerssen),
melkstoeltje:
męlǝkštø̄lkǝ (Q099p Meerssen)
|
Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.]
I-11
|
17624 |
melktanden |
melktanden:
melktan (Q099p Meerssen)
|
melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19930 |
melkzeef |
melkzeef:
męlǝkzēf (Q099p Meerssen),
melkzij:
mɛlkzi (Q099p Meerssen),
mɛlǝkzī (Q099p Meerssen),
trechter:
tręxtǝr (Q099p Meerssen),
zij:
zi (Q099p Meerssen),
zī (Q099p Meerssen),
zijbaar:
zibār (Q099p Meerssen)
|
Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.]
I-11
|
20149 |
mens (alg.) |
mens:
ook voor man en vrouw; in dat laatste geval met minachting
minsch (Q099p Meerssen),
ook voor man en vrouw; zowel geringachting als sympathiek medelijden
mensch (Q099p Meerssen),
minsch (Q099p Meerssen),
ook voor vrouw met een betekenis van geringschatting en medelijden (lastig mens; errem mens)
minsch (Q099p Meerssen)
|
mens; wordt mensch gebruikt in de betekenis van man? Spreekt een vrouw b.v. van mn mensch?, wanneer ze haar man bedoelt? Komt het mensch voor in de betekenis van vrouw? En bedoelt men met die zegswijze alleen geringachting of ook sympathiek medelijden? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20470 |
menstruatie |
regels:
reigels (Q099p Meerssen)
|
menstruatie [verandering, reegels] [N 10C (zj)]
III-2-2
|
24212 |
merel |
melder:
meelder (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen),
zwartmelder:
(zjwart)meelder (Q099p Meerssen)
|
Hoe heet de merel? [DC 06 (1938)] || merel [DC 50b (1975)], [SGV (1914)]
III-4-1
|
17563 |
merg |
merg:
merg (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen)
|
[N 10a (1961)]merg [SGV (1914)]
III-1-1
|
33754 |
merrie |
meer:
mē̜r (Q099p Meerssen)
|
Gebruikt als handels-, werk-, voermans- en als fokpaard. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.]
I-9
|
32591 |
mest verspreiden |
(mest) spreiden:
špręi̯ǝ (Q099p Meerssen)
|
De hoopjes mest die op het land liggen, moeten vóór het ploegen gelijkmatig over het land worden verdeeld met de riek: men neemt telkens een hoeveelheid mest op, om deze vervolgens uiteen te schudden, terwijl men met de riek een slingerbeweging maakt. [N 11, 20; N 11A, 23; N M, 8b add.; A 9, 27; RND 51; JG 1a + 1b + 2c; JG 2b-4, 9; monogr.]
I-1
|