| 20922 |
onrijp |
groen:
greun fruit ete (Q099p Meerssen)
|
fruit [onrijp ~ eten] [SGV (1914)]
III-2-3
|
| 33535 |
onrijp, onvolgroeid |
groen:
greun (Q099p Meerssen),
onrijp:
ônriep (Q099p Meerssen)
|
onrijp [SGV (1914)]
I-7
|
| 20581 |
ontbijt |
koffie, de -:
koffie (Q099p Meerssen),
koffiedrinken, het -:
koffiedrinken (Q099p Meerssen),
ontbijt:
ontbejt (Q099p Meerssen)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 7 - 8 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: ontbijt [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
| 23941 |
onthoudingsdag |
onthoudingsdag:
unne oonthoauwingsdàag (Q099p Meerssen)
|
Een onthoudingsdag: dag waarop men geen vlees, spek en jus uit vlees mag gebruiken. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 17706 |
ontlasting hebben |
afgaan:
aafgoon (Q099p Meerssen)
|
ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
| 17927 |
onvast ter been (zijn) |
los op de benen:
los op te bein (Q099p Meerssen)
|
lopen: onvast ter been [sporrig] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 33682 |
onvruchtbare grond |
heiland:
heiland (Q099p Meerssen),
knak:
knak (Q099p Meerssen),
schabbernak:
šabǝrnak (Q099p Meerssen)
|
Grond van slechte kwaliteit. De oorzaak kan verschillend zijn. Het gevolg is echter een slecht landbouwproduct. [N 27, 31; N 27, 29; N 11, 2d; N 11, 2f; A 10, 4; N 6, 33a; Vld.; monogr.]
I-8
|
| 34151 |
onvruchtbare koe |
kween:
kwēn (Q099p Meerssen),
manse koe:
mau̯s kō (Q099p Meerssen),
mǫu̯s kō (Q099p Meerssen)
|
In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C]
I-11
|
| 23979 |
onwaardig |
onwaardig:
oonwèèrdig (Q099p Meerssen)
|
Onwaardig [ónwèèrdig, ónwuurdieg]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 25119 |
onweersbui |
donderbui:
dônderbuj (Q099p Meerssen),
onweersbui:
ônwêrsjbuuj (Q099p Meerssen)
|
donderbui [SGV (1914)] || onweersbui [SGV (1914)]
III-4-4
|