e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pater van de heilige geest franse paters: de franse paaters (Meerssen) De Paters van de H. Geest [Frânse paaters]. [N 96D (1989)] III-3-3
patriarch aartsvader: unne aartsvader (Meerssen) Een aartsvader, patriarch, patriark. [N 96D (1989)] III-3-3
patroonheilige, kerkpatroon patroonheilige: de petroeënheilige (Meerssen) Een patroonheilige [patroeën]. [N 96C (1989)] III-3-3
patroontekenen opleggen: oplɛgǝ (Meerssen) Het zelf tekenen op papier van een knippatroon met de juiste maten en verhoudingen. [N 59, 48b] II-7
paus paus: de pous (Meerssen), pous (Meerssen) De paus van Rome [poûs]. [N 96D (1989)] || paus [SGV (1914)] III-3-3
pauselijke zegen pauselijke zegen: de pauselike zeëge (Meerssen) De pauselijke zegen, de apostolische zegen, door de priester aan de stervende gegeven [paepslieje zeëje]. [N 96D (1989)] III-3-3
peetoom peteren: peetere (Meerssen, ... ), petere (Meerssen, ... ) de peter [de paat] [N 96D (1989)] || peetoom [SGV (1914)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2
peettante paat: paat (Meerssen, ... ) de meter [joaën] [N 96D (1989)] || meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] || peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] III-2-2
peg peg: pęk (Meerssen) Houten pennetje waarmee het zoolbeslag onder het loopvlak van de klomp wordt vastgezet. In Weert (L 289) en omgeving werd voor het maken van de peggen hout gebruikt dat hondshout (hoŋshǫwt) of hondkersenhout (hoŋkø̜rsǝhǫwt) werd genoemd. In Gennep (L 164) en omgeving was het onder de benaming klompenpinnenhout (klōmpǝpenǝhōlt) bekend. [N 24, 71, add.; monogr.] II-12
penis jongeheer: de jonge heer (Meerssen), lul: lul (Meerssen), Gemeen  lul (Meerssen), piel: Onschuldig.  piele (Meerssen), pissertje: Kinderwoord.  pisserke (Meerssen) [N 10c (1995)]mannelijke geslachtsorgaan [gemach, gemaacht] [N 10c (1995)] III-1-1