21269 |
rijkdom |
rijkdom:
rīgdom (Q099p Meerssen)
|
rijkdom [RND]
III-3-1
|
20816 |
rijp |
rijp:
rīēp (Q099p Meerssen)
|
rijp [RND]
III-2-3
|
25186 |
rijp, rijmx |
rijm:
riĕm (Q099p Meerssen)
|
rijm (op boomen) [SGV (1914)]
III-4-4
|
33509 |
rijshout, bonenstaak |
rijs:
ries (Q099p Meerssen),
riezer (Q099p Meerssen)
|
Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [SGV (1914)] || rijs [SGV (1914)]
I-7
|
34643 |
rijtuig |
rijtuig:
ritȳx (Q099p Meerssen)
|
Personenvoertuig, waarbij niet de huifkar bedoeld wordt. Gezien het feit dat het hier om zaken gaat die reeds lang verdwenen zijn, is de verwarring rond de dialecttermen groot. Dit lemma is samengesteld uit de antwoorden op algemene vragen als "hoe noemt u een tweewielig rijtuig" die geen betrekking hebben op een specifieke soort. Ook de meer algemene antwoorden die in N 101 bij de vragen naar bepaalde soorten rijtuigen opgegeven werden, zijn hier verwerkt. De veel voorkomende opgaven "koets" en "sjees", de bekendste vier- en tweewielige rijtuigen, zijn in de betreffende lemmata opgenomen. [N 101, 1-14; N G 51; L 1 a-m; L 28, 24; L 36, 70; LA 288; S 18, 30; Wi 16; monogr]
I-13
|
29012 |
rimpelen, fronsen |
fronsen:
frōnsǝ (Q099p Meerssen)
|
Al plooiend rijgen. Rimpelen is het uitrekken van een hoeveelheid stof tot een vooraf bepaalde kortere lengte, langs één of meer stiklijnen, waarbij de ruimte wordt verdeeld in gelijke, soepele plooitjes (Het Beste Naaiboek, pag. 178). Bij fronsen wordt de ruimte over een bredere afstand verdeeld dan bij rimpelen. Zie afb. 46. [N 59, 53; N 62, 12a; N 62, 30; Gi 1.IV, 34; MW; monogr.]
II-7
|
17599 |
rimpels |
rimpels:
rumpele, rumpel (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
u = langgerekt uitgesproken
rūmpələ, rūmpel (Q099p Meerssen),
rimpsels:
rumschĕlĕ (Q099p Meerssen)
|
Hoe noemt men de plooien in de huid van een mens ? Bedoelt worden vooral de plooien in het voorhoofd. Wat is hiervan het enkelvoud ? [DC 18 (1950)]
III-1-1
|
18396 |
ring |
ring:
ene Rihngk-S-S (Q099p Meerssen)
|
ring [GTP]
III-1-3
|
24234 |
ringmus |
heggenmus:
hèggemösj (Q099p Meerssen),
mus:
musch (Q099p Meerssen),
ringmus:
rinkmösch (Q099p Meerssen),
veldmus:
veldmösch (Q099p Meerssen)
|
Hoe heet de ringmusch? [DC 06 (1938)] || ringmus
III-4-1
|
22865 |
ringrijden, ringsteken |
ringsteken:
rinksjteke (Q099p Meerssen)
|
ringsteken [SGV (1914)]
III-3-2
|