e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

Gevonden: 3345
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haas haas: haas (Meerssen, ... ), hazen (mv.): haze (Meerssen) haas [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] || hazen [SGV (1914)] III-4-2
haastig haastig: ps. omgespeld volgens Frings.  hø͂ͅstig (Meerssen) haastig [SGV (1914)] III-1-4
hagedis hagedis: hagedis (Meerssen, ... ) (muur)hagedis [SGV (1914)] || hagedis [DC 07 (1939)] III-4-2
hagelbui hagelbui: hagelbuu (Meerssen), hagelschoer: hagelsjoor (Meerssen), schuil: schoel (Meerssen) hagelbui [DC 16 (1948)] III-4-4
hagelen hagelen: hagel (Meerssen) hagelen [SGV (1914)] III-4-4
hagelkruis hagelkruis: e hagelkruus (Meerssen) Een in het veld geplaatst kruis ter bescherming van de oogst tegen hagelscha-de [hagelkruus, hagelkruuts?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hagelsteen, hagelkorrel hagelsteen: hagelsjtein (Meerssen) hagelsteen [SGV (1914)] III-4-4
hagelx hagel: hagel (Meerssen) hagel [SGV (1914)] III-4-4
hak hak: hak (Meerssen) De verhoging, al of niet geheel of gedeeltelijk van leer, onder de hiel van de voet. [N 60, 233c; N 60, 126a; N 60, 169a; L 48, 28a; L 48, 28b; L 1a-m; L 1u, 82; L 5, 50; N 7, 37b; L 29, 42; monogr.] II-10
hak van een schoen hak: hak (Meerssen, ... ) hak van de schoen [N 07 (1961)] || hak van een schoen [pollevie, plevie, hiel] [N 24 (1964)] III-1-3