e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L424p plaats=Meeswijk

Overzicht

Gevonden: 3038
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beslaan vierschalen: vēršālǝ (Meeswijk) De stam vierkant hakken met behulp van de beslagbijl. [N 50, 18c; monogr.] II-12
beslag beslag: beslag (Meeswijk) het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)] III-3-1
beslagbijl beslagbijl: bǝslāx˱bī.l (Meeswijk) Korte, brede bijl met een vouw, waarvan het huis niet in het midden van het vlak van de bijl ligt, maar enigszins zijdelings, zodat een van de twee zijden van het blad geheel plat is. Met de beslagbijl kan men zuiver in de lengterichting langs een boomstam slaan. Zie ook afb. 5. De beslagbijl wordt door verschillende houtbewerkende beroepen gebruikt. De houtzager gebruikt hem bijvoorbeeld om stammen vierkant te hakken en de wagenmaker om uit ruw hout bestaande onderdelen als spaken, rongen en naven hun eerste vorm te geven. [N 50, 18a; N 75, 114e; N G, 41; N G, 42a, add.; N 53, 89a, add.; monogr.] II-12
beslissen beslissen: bəslissə (Meeswijk), uitmaken: ŏĕtmààkə (Meeswijk) beslissen III-1-4
beteuterd beteuterd: bətêûtərt (Meeswijk) beteuterd III-1-4
betrappen attraperen (<fr.): attraperen (Meeswijk) een dief bij het stelen verrassen [betrappen, attraperen] [N 90 (1982)] III-3-1
beugelbaan beugelbaan: Ss. sub baan.  beugelbaan (Meeswijk), Ss. sub beugel.  beugelbaan (Meeswijk) [Beugelbaan]. III-3-2
beugelbal beugelbol: Ss. sub beugel.  beugelbol (Meeswijk) [Beugelbol]. III-3-2
beugelen beugelen: Beugelen werd gedaan met 4 bollen.  b"əgələ (Meeswijk) Beugelen: 1. In de beugelbaan spelen. III-3-2
beugelring beugelring: b"əgəlrèŋk (Meeswijk), Ss. sub beugel.  beugelring (Meeswijk) [Beugelring]. || Beugelring: IJzeren poortje in beugelspel. III-3-2