e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L424p plaats=Meeswijk

Overzicht

Gevonden: 3038

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanaardploeg hoogploeg: ȳǝxplōx (Meeswijk) Een lichte soort ploeg door paardekracht getrokken, die open voren trekt, met een schaar "in de vorm van een varkenssnuit" (zegsman van L 328) of met twee scharen ruggelings tegen elkaar geplaatst, die de grond naar beide zijden wegschuift, tegen de rij aardappelplantjes aan. Met hetzelfde stuk gereedschap kunnen ook de voren worden getrokken waarin gepoot kan worden. Soms geeft de zegsman dat ook uitdrukkelijk aan. Er kan evenwel ook met een normale, d.w.z. éénscharige, ploeg worden gepoot; zie de algemene toelichting bij de paragraaf over het poten. Ook wanneer door de zegsman in het midden is gelaten of de aanaardploeg met paardekracht of door mankracht (zie het lemma Aanaardhandploeg) wordt voortgetrokken, is de opgave hier ondergebracht. In enkele plaatsen in het zuidwesten is wel opgegeven dat er met de ploeg werd aangeaard, zonder dat evenwel het woord voor die ploeg werd opgegeven, dat zijn P 113, 115, 119, 173, 176, 176a, 177, 177a, 180, 187, Q 76 en 79a. [N 12, 25; N J, 8b; JG 1c; monogr.; add uit N 11, 30, 31; N 12, 24] I-5
aandeel, part portie: portie (Meeswijk) het deel van het geheel dat men krijgt [garant, rantsoen, part, portie, deel] [N 91 (1982)] III-4-4
aangetaste uier lamme deem: lām dē̜m (Meeswijk) De door ontsteking aangetaste uier of één van de kwartieren die aangetast is. [N 52, 6b; A 48A, 10c, 11b; monogr] I-11
aangeven, verklikken verklappen: verklappen (Meeswijk, ... ) een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)] III-3-1
aanhoudend bepoetelen fommelen: foemele (Meeswijk) aanhoudend in de handen nemen [haffele, verhandvollen] [N 10 (1961)] III-1-2
aanstaan aanstaan: aa:nstôôn (Meeswijk), bevallen: bəvàllə (Meeswijk), gaden: gaajə (Meeswijk) aanstaan || bevallen || naar zijn gading zijn, bevallen III-1-4
aanstieren laten dekken: lǭtǝ dɛkǝ (Meeswijk) Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.] I-11
aanvangen, beginnen beginnen: bəginnə (Meeswijk) beginnen III-1-4
aanwassen op de tanden haken: ø̜̄k (Meeswijk) Knobbelvormige aanwassen op de tanden. Als de wrijfvlakken van de beneden- en bovenkaak elkaar niet geheel dekken, ontstaan door de ongelijkmatige afslijting scherpe haken op de hoektanden. Zij komen vooral voor vanaf zevenjarige leeftijd en ontwikkelen zich het sterkst als het paard negen jaar oud is. [JG 1b, 1c, 2c; N 8, 91] I-9
aap aap: ā.p (Meeswijk) Aap: 1. Vierhandig zoogdier. III-3-2