| 21725 |
getuigenis |
getuigenis:
getuigenis (L424p Meeswijk)
|
de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21322 |
gevangenis |
cachot (<fr.):
Van Dale: cachot (<Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.
cachot (L424p Meeswijk),
prison (<fr.):
Van Dale: prison (<Fr.), (gew.) gevangenis.
persong (L424p Meeswijk)
|
de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] || gevangenis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
| 19743 |
gevel |
faèade:
fasāt (L424p Meeswijk),
gevel:
givəl (L424p Meeswijk)
|
gevel || voorgevel van een huis
III-2-1
|
| 17790 |
gevoelig (zijn) |
gevoelig:
geveulig (L424p Meeswijk)
|
mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
| 17740 |
gevoelloos (zijn) |
doof:
douf (L424p Meeswijk)
|
in die vinger heb ik geen gevoel; hij is helemaal ... [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
| 21439 |
geweer |
geweer:
geweer (L424p Meeswijk)
|
een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 33265 |
gewone spurrie |
spurrie:
spø̜rǝx (L424p Meeswijk)
|
Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.]
I-5
|
| 17564 |
gewricht |
gewerf:
gewerf (L424p Meeswijk),
gewervel:
gewervel (L424p Meeswijk),
gewricht:
gewricht (L424p Meeswijk),
gəvrex (L424p Meeswijk)
|
gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)] || hoe heet het gewricht van een lidmaat, d.i. de plaats waar de beenderen van armen of benen met elkaar verbonden zijn ? [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
| 17588 |
gezicht |
gezicht:
bleik gezich (L424p Meeswijk)
|
hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)]
III-1-1
|
| 17589 |
gezicht (spotnamen) |
bakkes:
bakkes (L424p Meeswijk),
bakəs (L424p Meeswijk),
muil:
moel (L424p Meeswijk),
mul (L424p Meeswijk),
smoel:
smoel (L424p Meeswijk)
|
gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)]
III-1-1
|