e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong dat pluimen begint te krijgen duivelshaar: dy.vəlsōͅr (Meeswijk) Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong en kaal vogeltje adj. kak: pas uit het ei  kak (adj.) (Meeswijk) vogeltje III-4-1
jong van een rund kalf: kalf (Meeswijk) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bag (Meeswijk), bagje: bɛkskǝ (Meeswijk) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge duif pieper: Onomatopoëtische vorming.  pipər(t) (Meeswijk), pieperd: pipər(t) (Meeswijk), Onomatopoëtische vorming.  pipər(t) (Meeswijk) duif, jonge || Pieper: Jonge duif. III-3-2, III-4-1
jonge kip pul: pøl (Meeswijk) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jonge vrouw jonge vrouw: jóóng vròw (Meeswijk), meisje: méésjt’ə (Meeswijk), méésjə (Meeswijk), pul: puella"= meisje, beminde (lat.)  pul (Meeswijk) huwbare jonge vrouw || jonge vrouw || meisje III-2-2
jongen jong: jóóng (Meeswijk), kadee: kàdee (Meeswijk) jongen || kind, jongen, knaap III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft jong: jóóng (Meeswijk) vrijer III-2-2
jongen met wie men verloofd is liefste: leestə (Meeswijk) geliefde, verloofde III-2-2