20256 |
kerkhof |
kerkhof:
kérkəf (L424p Meeswijk),
m
de kerkef (L424p Meeswijk)
|
begraafplaats || Kerkhof. [ZND 14 (1926)]
III-2-2, III-3-3
|
24182 |
kerkuil |
kerkuil:
kerkuul (L424p Meeswijk)
|
uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22803 |
kermis |
kermis:
kèrmes (L424p Meeswijk)
|
Kermis: 1. Jaarlijks feest ter gelegenheid van kerkwijding.
III-3-2
|
22462 |
kermisgeld |
kermisgeld:
Ss. sub kermis.
kermisgeld (L424p Meeswijk)
|
[Kermisgeld].
III-3-2
|
22817 |
kermismolen |
carrousel (fr.):
Wie de spoes pakt mag enen toer voor niks op de carrousel zitten.
karəseͅl (L424p Meeswijk)
|
Carrousel: draaimolen op de kermis.
III-3-2
|
33537 |
kers, zoete soorten |
kers:
kēəs (L424p Meeswijk)
|
kers
I-7
|
22668 |
kerstlied |
kerstliedje:
kerstliedje (L424p Meeswijk)
|
Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22457 |
ketelmuziek |
ketelmuziek:
kēətəlməzik (L424p Meeswijk)
|
Ketelmuziek: 1. Lawaai van ketels, potten bi het huwelijk van een oudere weduwe of weduwnaar.
III-3-2
|
32783 |
kettingeg, weide-eg |
ketting[eg]:
kęteŋ[eg] (L424p Meeswijk),
zigzag:
zex˲zax (L424p Meeswijk
[(jonger dan kettingeg)]
)
|
De kettingeg bestaat uit een vier-, soms driehoekig raam of slechts uit een losse voor- en achterbalk, waartussen kettingen gespannen zijn. Aan deze kettingen zijn korte en lichte tanden bevestigd. Zie afb. 13 en 14. Met de kettingeg wordt voornamelijk licht werk verricht. Het bekendst is het gebruik als weide-eg. Men bewerkt de weide met de kettingeg om de grasmat luchtiger te maken, om mest te verspreiden en molshopen te slechten. Men kan de kettingeg ook gebruiken om gerooide en in panden gelegde suikerbieten van de aanklevende aarde te ontdoen. Soms wordt met de kettingeg ook akkerland bewerkt. Van enige termen aan het einde van het lemma vindt men de plaatselijke varianten in het lemma ´akkersleep, weidesleep´ vermeld. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b + 2c; A 13, 16b; A 40, 10; N 11, 72e + 71 add.; N 11A, 163a + 181f; N 14, 81 add.; N J, 10; N P, 18b; monogr.]
I-2
|
19665 |
keuken |
keuken:
kø̄əkə (L424p Meeswijk)
|
keuken
III-2-1
|