e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kiezen kiezen: keezə (Meeuwen), uitkiezen: y(3)̄tkēͅzə (Meeuwen) een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)] || kiezen III-1-4
kikker kwakkerd: kwakkerd (Meeuwen), kwakvors: kwakfoͅrs (Meeuwen), kwakfoͅs (Meeuwen), kwakvoͅrs (Meeuwen), ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004  kwakvors (Meeuwen) kikvors [ZND 01 (1922)] || kikvors, puit [RND] III-4-2
kikkerdril paddengerijs: padəgrī.s (Meeuwen) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)gerijs: padəgrī.s (Meeuwen) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkervisje koelekop: kuulekop (Meeuwen), ky(3)̄ləkoͅp (Meeuwen), koelekopje: kuleköpke (Meeuwen) kikkervisje [ZND 34 (1940)] III-4-2
kin kin: kin (Meeuwen) kin [N 10b (1961)] III-1-1
kind (algemene benaming) jong: jonk (Meeuwen), zonder onderscheid van geslacht  jŏĕnk (Meeuwen), kind: keindsj (Meeuwen), kind (Meeuwen), kint (Meeuwen), pagadder: sp. pagador  pəgaddər (Meeuwen) kind || kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] || klein kind III-2-2
kind (troetelnaam) dotje: dutske (Meeuwen), zoetje: zoeteke (Meeuwen) het liefkozend woord van ouderen voor kinderen [doeleke, dooier, fies, kadolleken, zoeteken, krotte, schijtgat, drulleke, hummel, etc.] [N 87 (1981)] III-2-2
kinderfluitje fluit: flɛit (Meeuwen) Allerlei namen voor kinderfluitjes; geef ook aan waarvan ze gemaakt zijn en hoe ze heten [nachtegaal, blaasje, feep, moemel, noen]. [N 90 (1982)] III-3-2
kinderstoel kakkedoor: kakkedo (Meeuwen), kakstoel: kakstoel (Meeuwen, ... ), kakstūl (Meeuwen) kinderstoel met gat erin || Stoel voor kleine kinderen op hoge poten met een armleuning en een tafelblad ervoor, eventueel met een potje onder de zitting (kakstoel, krokstoel, kloef) [N 79 (1979)] III-2-1