e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sint-pieter te rome sinte-pieter: sinte pier (Meeuwen) Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)] III-3-3
sintel as: as (Meeuwen), sintel: sintels (Meeuwen), steen: stenen (Meeuwen) Geheel of halfuitgebrand samengesmolten stuk steenkool (sintel, singel, slak) [N 79 (1979)] III-2-1
sinterklaas sinterklaas: NB vgl. pag. 183 sub rijden: St.-Niklaas heeft gereden (speelgoed gebracht).  sintərkloͅ.s (Meeuwen) Sinterklaas. III-3-2
sissen sissen: sesə (Meeuwen) een scherp geluid voortbrengen door lucht of damp met kracht uit een nauwe opening te doen stromen [sissen, tissen] [N 91 (1982)] III-4-4
sjacheren sjacheren: sjakkeren (Meeuwen) het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)] III-3-1
sjalot sjalot: šəloͅt (Meeuwen) sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7
sjees sjees: šis (Meeuwen), sjees (<fr.): ps. omgespeld volgens RND!  sjīs (Meeuwen) een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)] || Licht en hoog tweewielig rijtuigje voor twee personen met een verstelbare kap. Er is geen aparte bok voor de koetsier. De sjees was voor rijke boeren vaak het voertuig waarmee ze onder meer naar de kerk of naar de stad gingen. De sjees is het bekendste tweewielige rijtuig, vandaar dat de benaming "sjees" ook wel vermeld werd als naam voor het tweewielig rijtuig in het algemeen. [N 17, 5; N 101, 1, 3, 4, 8, 15; N G, 51; L 1a-m; L 36, 70; S 18, 30; monogr] I-13, III-3-1
sjoelbak sjoelbak: sjoelbak (Meeuwen) Het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken]. [N 88 (1982)] III-3-2
sla, algemeen salade: slaai (Meeuwen), slāi (Meeuwen) [Goossens 1b (1960)]sla I-7
slaan slaan: bont en blaw geslagen (Meeuwen), bunt ɛn blāuw gəslāgə (Meeuwen) bont en blauw geslagen [RND] || ze hebben hem paars en blauw geslagen (de echte dialectische uitdrukking opgeven) [ZND 40 (1942)] III-1-2