e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tong scheiding: šęjeŋ (Meeuwen), scheiling: šęjleŋ (Meeuwen), tong: tuŋ (Meeuwen) De gemetselde afscheiding tussen twee rookkanalen in een schoorsteen. De term 'wang' (L 270) wordt doorgaans gebruikt voor de zijmuren van een uitgebouwd rook- en/of wasemkanaal. [N 32, 25c; monogr.] || tong [N 10b (1961)] II-9, III-1-1
tong van een schoen tong: tong (Meeuwen, ... ) een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)] III-1-3
tongewelf gewelf: gǝwɛlǝf (Meeuwen), stenen gewelf: stē̜nǝ gǝwɛlǝf (Meeuwen) Gewelf waarvan de dwarsdoorsnede een halve cirkel of een ellips is. [N 32, 22b] II-9
toonbank toog: toog (Meeuwen), toonbank: toonbank (Meeuwen, ... ) de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] III-3-1
top van de boom sop: sǫp (Meeuwen) Vgl. ook afb. 1c. Zie voor de woordtypen doude en doudehout uit respectievelijk Sittard (Q 20), Klimmen (Q 111), Meeswijk (L 424) en Schinnen (Q 32) ook het RhWb I, kol. 1388, s.v. Dolde, ø̄Baumwipfelø̄, en voor het woordtype sop uit Meeuwen (L 364) wnt XIV, kol. 2529, s.v. ɛsop IIIɛ, ø̄topø̄.' [N 50, 7c; N 75, 86b; monogr.] II-12
tortelduif roosduif: werd gehouden als middel tegen roos  ruusdûf (Meeuwen), tortelduif: toͅrtəldyf (Meeuwen, ... ) lachduif || tortelduif || Tortelduif. III-3-2, III-4-1
traag lui: lēͅi̯ (Meeuwen), op het gemak: op ⁄t gemak (Meeuwen), traag: trōͅx (Meeuwen) niet snel reagerend; langzaam in het handelen [traag, lui] [N 85 (1981)] III-1-4
trage vrouw prats: pratsj (Meeuwen) schimpig voor een nogal zwaarlijvig en doorgaans weinig ijverig vrouwmens III-1-4
traktatie bij het plaatsen van de mei meidrinkens: meidrinkers (Meeuwen) De tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag. [N 88 (1982)] III-3-2
traktatie van jonggehuwden handschoen lopen?: bruidspaar en gevolg staken een fooi in een handschoen en daarvoor werd gelopen. Met die opbrengst werd de buurt getracteerd.  handschoen lopen (Meeuwen) De tractatie van jonggehuwden aan de buurt [lepik, dourt, hertlooi]. [N 88 (1982)] III-3-2