30014 |
verzopen mortel |
platte mortel:
platǝ mortǝl (L364p Meeuwen)
|
Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.]
II-9
|
23312 |
vespers |
vesper (lat.):
də vespər (L364p Meeuwen)
|
de vespers [RND]
III-3-3
|
18277 |
vest |
gilet (fr.):
zjilee (L364p Meeuwen),
gilet
zjielee (L364p Meeuwen),
wambuisje:
wèmeske (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen,
L364p Meeuwen)
|
het vest [N 59 (1973)] || vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)]
III-1-3
|
18533 |
vestzakje |
horlogemaaltje:
horlogemaaltje (zakje?)
gerbuiziljmèèlke (L364p Meeuwen),
maaltje:
mèèlke (L364p Meeuwen),
méélke (L364p Meeuwen)
|
het zakje in het vest [N 59 (1973)]
III-1-3
|
19766 |
vetkaars |
roetkaars:
rootkars (L364p Meeuwen)
|
vetkaars
III-2-1
|
34274 |
vetmesten |
mesten:
mɛstǝ (L364p Meeuwen)
|
Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.]
I-11
|
33756 |
veulen |
veulen:
vīǝ.lǝ (L364p Meeuwen)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
22832 |
vieren |
vieren:
gəvê.rt (L364p Meeuwen)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|
20574 |
vieruursboterham |
koffie, de -:
k’ofi (L364p Meeuwen),
4 uur
koffie (L364p Meeuwen),
koffiedrinkens, het -:
Vgl Eng tea-time t Is koffiedrinkesti-jd
koffiedrinkes (L364p Meeuwen),
koffietijd:
koffietied (L364p Meeuwen),
kòffietĭĕjt (L364p Meeuwen)
|
de broodmaaltijd zowat rond 1600 uur || koffie , vieruurtje || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
21537 |
vijf centiem |
knabje:
knepke (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen)
|
een muntstuk van vijf centimes (in België) [solleke, knepke, halve sol] [N 89 (1982)]
III-3-1
|