id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
30978 | zool | zool: zǭl (Meeuwen) | Het gedeelte van de onderkant van de hoef rondom de straal (3.6.3). [N 8, 33] I-9 |
18342 | zool van een schoen | zool: zo.l (Meeuwen) | zool van een schoen III-1-3 |
20189 | zoon | zoon: zuun (Meeuwen) | zoon III-2-2 |
19233 | zorgen voor | gadeslaan: gadeslaan (Meeuwen), gāi̯sly(3)̄n (Meeuwen), in de gaten houden: in de gaten houden (Meeuwen), zorgen voor: zérgə voor (Meeuwen) | toezien en moeite doen dat iets uitgevoerd of onderhouden wordt [gadeslaan, bezorgzaam zijn, bekommerd zijn] [N 85 (1981)] || zorgen voor III-1-4 |
19528 | zoutvat | zoutvaatje: zautvèètsje (Meeuwen) | zoutvaatje III-2-1 |
19222 | zuchten | hijgen: jijə (Meeuwen) | zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4 |
21072 | zuigen | zuigen: zy(3)̄gə (Meeuwen) | zuigen III-2-3 |
20286 | zuigfles | papfles: papfles (Meeuwen), tutterfles: tutterfles (Meeuwen) | zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 86 (1981)] III-2-2 |
21324 | zuinig | zuinig: zuinig (Meeuwen) | van zijn bezit telkens een zo klein mogelijk gedeelte uitgevend om te sparen [zuinig, econoom, civiel, benauwd, kiem] [N 89 (1982)] III-3-1 |
20845 | zult, preskop | geperste kop: Gehakt en geperst vlees van b.v. een varkenskop geperzde kop (Meeuwen), preskop: prɛskoͅp (Meeuwen), geperste hoofdkaas prɛskoͅp (Meeuwen) | hoofdkaas [Goossens 1b (1960)] || preskop || preskop: gehakt en geperst vlees van een varkenskop III-2-3 |