22165 |
dakpan met opening om een duif doorgang te verlenen |
holle pan:
hoͅlə pān (L265p Meijel),
klep:
klip (L265p Meijel)
|
Hoe heet een dakpan met opening om een duif doorgang te verlenen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24915 |
dal, vallei |
dal:
dal (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
laagte:
léchtə (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
vallei:
vallei (L265p Meijel),
zomp:
zomp (L265p Meijel),
zonk:
zink (L265p Meijel)
|
dal, vallei, stuk land dat gelegen is tussen meerdere heuvels of bergen [del] [N 81 (1980)] || laagte, slenk, stuk land dat gelegen is tussen twee heuvels [diepte, zonk, zink, put, kwacht, zomp, zak, slaai] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
27807 |
daling |
neerhouw:
neerhouw (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Maurits])
|
Volgens de helling van het dalend gesteente gedolven galerij. [N 95, 517; monogr.; N 95, 477; N 95, add.; N 95, 178; Vwo 272; Vwo 280; Vwo 809]
II-5
|
21172 |
dam |
dam:
dam (L265p Meijel, ...
L265p Meijel)
|
de in en dwars over een water opgeworpen wal die dient om het water te keren, de stroom te leiden of te verdelen (dam, menuët) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
26946 |
dam in de wijk |
dam:
dam (L265p Meijel)
|
Een aarden wal sluit het water af van het reeds bestaande gedeelte van de wijk en het nog te graven gedeelte. [II, 28a; II, 28c]
II-4
|
26947 |
dam uitbaggeren |
dam uitbaggeren:
dam øtjbagǝrǝ (L265p Meijel)
|
Als de dam geen functie meer heeft, wordt hij doorgestoken en vervolgens wordt hij weggebaggerd. [II, 28b]
II-4
|
18706 |
damesblouse |
bloes:
bloes (L265p Meijel)
|
damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21128 |
damesfiets |
damesfiets:
damesfiets (L265p Meijel),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
dāməsfits (L265p Meijel)
|
Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar vrouwen op rijden [N 99 (1991)]
III-3-1
|
18409 |
dameshoed? |
hoed:
hoed (L265p Meijel),
oed (L265p Meijel)
|
dameshoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
28729 |
dameskleermaker |
damessnijder:
dāmǝssnęjǝr (L265p Meijel)
|
Persoon die alleen werk voor vrouwen maakt. [N 59, 195d]
II-7
|