e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flatting flatting: flatting (Meijel) Vernis die bij voorkeur wordt gebruikt voor het grondvernissen. Daarbij wordt de flattinglaag na verharding afgeslepen zodat oneffenheden verwijderd kunnen worden en er een vlakke en tevens matte oppervlakte ontstaat. Flatting kan als grondlaag voor buiten- als voor binnenwerk worden aangewend. [N 67, 21c] II-9
flauw flauw: flauw (Meijel, ... ) niet zout of hartig smakend (meeps, laf, flauw, flets, fleps) [N 91 (1982)] III-2-3
flauwvallen flauwvallen: flauw vallen (Meijel), flauw vallə (Meijel), flòòw (Meijel), flòòw vallə (Meijel), omvallen: eum vallen (Meijel), van zijn stokje vallen: van zinj stukste vallen (Meijel) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] || het bewustzijn verliezen [DC 60 (1985)] || Wilt u het volgende zinnetje aanvullen: hij kreeg zon harde klap, hij viel ... neer. (buiten bewustzijn) [DC 60 (1985)] || zwijm: In onmacht, in zwijm vallen (bezwijmen, vallen, zwijmelen, zwinden, kwalijk worden). [N 84 (1981)] III-1-2
flensje boekweitse koek: boekésekōēk (Meijel), koekje: kuukskə (Meijel), kuukske  kŭŭkske (Meijel), weitekoek: weitekōēk (Meijel) flensje; Hoe noemt U: Een dun pannekoekje, een flensje (struifje, koekje, flensje, broedertje) [N 80 (1980)] III-2-3
flets pips: (kijkt pips) (Meijel), pips (Meijel), vaal: vaal (Meijel) Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] III-1-2
flink; flinke persoon beul: beul (Meijel), flink: flik (Meijel), hel: hel (Meijel) geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)] III-1-4
fluim fluim: fluum (Meijel) fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)] III-1-2
fluimen uitspuwen uitgooien: utgŏje (Meijel) spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)] III-1-2
fluitekruid fluitekruid: eigen spellinsysteem  fluite kruid (Meijel), toeterkruid: eigen spellinsysteem  toeter kruid (Meijel) Fluitekruid (anthriscus sylvestris 50 tot 150 cm. De stengels zijn gegroefd en zijn hol, meestal onderaan behaard; de bladeren zijn tot 3-voudig geveerd, en zacht behaard, de omwindseltjes zijn 5-bladig; de bloemen zijn wit, zelden roze; de vruchten zij [N 92 (1982)] III-4-3
fluiten naar de duiven fluiten: flø͂ͅtjə (Meijel), rammelen met een bakje: ramələ me un bɛkskə (Meijel), tjielp fluiten: tjielp fluiten (Meijel) Hoe noemt U het fluiten naar de duiven? [N 93 (1983)] III-3-2