e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geluidloos een wind laten ene over de sokken laten (gaan): ŏver de zök af loate goa (Meijel), lossen: losse (Meijel) geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] III-1-1
geluidloze wind flierefluiter zonder muziek: (flierefluiter zonder muziek) (Meijel) geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)] III-1-1
gelukken gelukken: gelukken (Meijel), lukken: lukken (Meijel), lukkə (Meijel) een voorspoedige afloop hebben, kunnen slagen [lukken, vergaan, bedoen, boteren, gelukken] [N 85 (1981)] III-1-4
geluksvogel; altijd geluk hebben boffer: boffer (Meijel), gelukspiemel: gəlukspĭĕmməl (Meijel), geluksvogel: geluksvogel (Meijel) iemand die altijd geluk heeft [zwijnjak, boffer, bidzalig] [N 85 (1981)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: gemékkelik (Meijel), gəmèèkələk (Meijel), handig: hendig (Meijel), licht: ligt (Meijel), makkelijk: mekkələk (Meijel), op zijn gemak: óp zĭĕ gəmààk (Meijel), spelenderwijs: speulenderweesj (Meijel) geen moeite of inspanning vereisend, niet moeilijk [licht, handig, gemakkelijk, zacht, lichtelijk, goed, makkelijk, gemak, spelegaans] [N 85 (1981)] || gemakkelijk [DC 02 (1932)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)] III-1-4
gemakkelijkste wijze; gemakkelijkst; gemakkelijk maken juist: juust (Meijel), precies: precies (Meijel) de manier van handelen die het makkelijkst en aangenaamst is [pas] [N 85 (1981)] III-1-4
gemalen en gezuiverd graan weitemeel: wē̜tjǝmē̜l (Meijel) Omdat de vraagstelling niet helemaal duidelijk was, kwamen er bij de antwoorden op de vraag naar de naam voor "gemalen en gezuiverd graan" zowel meel- als bloem-opgaven voor. Meel bestaat uit het inwendige van de tarwe- of roggekorrel plus de zemel, dus het is de geheel vermalen korrel, terwijl de bloem bestaat uit het inwendige van de korrel, de meelkern (Schoep blz. 12). Vroeger werd de gehele korrel vermalen tot meel. Daarna werd het meel gezeefd, waarbij een groot deel der zemelen achterbleef op de zeef. Het gezeefde product was dan de bloem, die echter nog heel wat zemeldelen bevatte (Schoep blz. 13). De voor dit lemma opgegeven bloem-varianten zijn verplaatst naar het lemma ''bloem''. [N 29, 14b; N 29, 15c; N 16, 80] II-1
gemalen schors looi: Nijmeegs (WBD)  lòj (Meijel), oude spellingsysteem  looi (Meijel), pulp: oude spellingsysteem van hout, b.v. Balatum / suikerbieten / veevoeder  pulp (Meijel) Gemalen schors (looi). [N 82 (1981)] III-4-3
gemalen, niet gezuiverd graan meel: mē̜l (Meijel) De inhoud van het lemma beantwoordt niet in alle gevallen duidelijk aan het lemma-opschrift. Er is een groep woordtypen die een algemene benaming geeft, een tweede groep duidt op "gemalen, niet gezuiverd graan", een derde duidt een bepaald soort ongezuiverd meel aan en de vierde groep geeft aan dat dit graan voor veevoer wordt bestemd of dat dit afval is. [N 29, 14a] II-1
gemaskerd persoon vastelavondsgek: vastəlōͅvəsgɛk (Meijel, ... ) Een persoon met een masker voor [maskeraad, mom, vastenavondsgek]. [N 88 (1982)] III-3-2