id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18702 | jongensblouse | bloes: bloes (Meijel) | jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3 |
18737 | jongenshemd? | hemd: heͅmt (Meijel), onderhemd: ondərheͅmt (Meijel) | Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)] III-1-3 |
30868 | jongensleest | jongensleest: joŋǝslę̄st (Meijel) | De leest voor jongensschoenen. [N 60, 186b] II-10 |
18735 | jongensonderbroek? | jongensonderboks: joŋəsondərboks (Meijel) | Onderbroek voor jongens. [DC 62 (1987)] III-1-3 |
18733 | jongensondergoed? | ondergoed voor jongens: ondərgu vør joŋəs (Meijel) | Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)] III-1-3 |
31109 | jongensschoenen | wichterschoenen: wextǝršūn (Meijel) | Schoenwerk voor jongens in de maten 32 t/m 35. [N 60, 205c; N 60, 205e] II-10 |
24623 | judaspenning | droogpiket: eigen spellinsysteem (droogpiket) (Meijel), judaspenning: eigen spellinsysteem judaspenning (Meijel), WLD alg. ben. Judaspenning (Meijel) | Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)] III-4-3 |
20075 | juffertje-in-het-groen | juffertje in het groen: eigen spellinsysteem juffertje in ’t groen (Meijel) | Juffertje in ¯t groen (nigella damascena). De hemelsblauwe bloemen zijn elk omgeven door een omhulsel van zeer fijn verdeelde bladeren; de kokervruchten zijn tot aan de top aaneen gegroeid (bij de wilde nigelle maar tot de helft) (spinnekop, kobbe, juffer [N 92 (1982)] III-2-1 |
21336 | juffrouw | juffrouw: juffraow (Meijel), juffrouw (Meijel), (als het een onbekende is). juffrouw (Meijel), mevrouw: (op hoger leeftijd). mevrouw (Meijel) | hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] III-3-1 |
17607 | jukbeen | knook: knook (Meijel) | Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)] III-1-1 |