e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kippenvel hennenvel: hennevel (Meijel) kippevel (kleine bultjes met rechtopstaande haartjes bijv. ten gevolge van de kou) [kiepvel, ganzevel, kiekevlees] [N 10 (1961)] III-1-2
kiskassen schijvelen: sjievele (Meijel) Scheren met kleine steentjes over het water. [N 37 (1971)] III-3-2
klaar om gebakken te worden rijp: rip (Meijel), vaardig: vęrǝx (Meijel) Klaar om gebakken te worden, gezegd van gerezen deeg. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28a] II-1
klaarkomen afwerken: afgewerkt (Meijel), klaarkomen: klaorkommen (Meijel), klaorkómmə (Meijel) gereedkomen met wat men te verrichten heeft [geraken, klaarkomen] [N 85 (1981)] III-1-4
kladschilder knoeier: knoǝjǝr (Meijel) Schilder die slecht werk levert. De termen 'snelwichser', 'sopper' en 'klitser' werden in Q 121 vooral gebruikt voor iemand die vlug maar slordig werkte. [N 67, 98e; monogr.] II-9
klagen beuken: vgl. Venlo Wb. (pag. 95): bäöke, huilen.  beuken (Meijel), jammeren: jammere (Meijel), kuimen: kŭŭmmə (Meijel), permitteren: permeteren (Meijel) droefheid en pijn door woorden te kennen geven, zich uitlaten over iets verdrietelijks [klagen, murmereken, kuimen, parmenteren, bulken, balken] [N 85 (1981)] III-3-1
klam trekken trekken: trękǝ (Meijel) Klam trekken is een teken van drachtigheid. Ongeveer vier of zes weken na de bevruchting is voor het eerst waar te nemen of een koe drachtig is. Wanneer men dan op de uier drukt, komt er een taai, kleverig vocht uit. [N 3A, 38a] I-11
klam, klef klam: klam (Meijel, ... ), klammig: klammig (Meijel) vochtig aanvoelend en enigszins plakkend, gezegd van zaken die van nature droog zijn maar waartegen zich vocht heeft vastgezet [klam, klammig, nes, klef, nesk, wak, week] [N 91 (1982)] III-4-4
klamp haak: hǭk (Meijel), klampje: klɛmkǝ (Meijel) Haak, ring of iets dergelijks, in een muur of paal in de slachtplaats bevestigd, waaraan de touwen waarmee het rund wordt opgehesen, worden vastgemaakt. Het kan ook een haak zijn die aan de sport van de ladder of aan het slachthout is bevestigd. [N 28, 65; N 28, 66; N 5aII, 62b] || Stapel turf opgebouwd op de basis van twee kopturven en één scheerturf, ongeveer 9 tot 12 turven dik hoog. [II, 82a] II-1, II-4
klamvaars trekmaal: trɛkmǭl (Meijel) Een klamvaars is een drachtige koe. De drachtigheid blijkt uit het klam trekken. Bij deze koe komt er een kleverig, taai vocht uit de uier. [N 3A, 38b; N C, 10b] I-11