e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
laaggelegen weidegrond broek: bruk (Meijel) Laaggelegen, vaak natte weidegrond, die men meestal gebruikt om te hooien. Vergelijk ook lemma 1.3.3 ɛbeemdɛ.' [N 14, 52; N P, 5; JG, 1a, 1b; S 5; A 10, 4; RND 20; L 19b, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
laagliggende akker lage grond: liǝgǝ gront (Meijel) Een aantal woordtypen duiden niet zozeer op een afgebakend perceel, een akker, maar meer algemeen op laagliggende grond. [N 11, 2b] I-8
laagte in een akker zink: zeŋk (Meijel), zonk: zoŋk (Meijel) Laagte of kuil waar de grond steeds vochtig blijft of waar water blijft staan. [N 11, 3a, N 11, add.; Vld.; monogr.] I-8
laars (alg.) laars: lārs (Meijel), stevel: steevel (Meijel), stevel (Meijel, ... ), stevels (Meijel) Het schoeisel dat gedeeltelijk ook het been boven de enkel bedekt? (laars?) [N 60 (1973)] || laars || laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)] III-1-3
laars met sluitriempje rijlaars: rijlaars (Meijel, ... ) laars waarvan de schacht aan de bovenkant van een verstelbaar sluitriempje is voorzien [rijlaars] [N 24 (1964)] III-1-3
laatste evangelie t letste evangjillióm?].: et leste evangillie (Meijel), lēstə evaŋeli (Meijel) Het laatste evangelie, het beginmstuk van het evangelie volgens Johannes, dat gelezen werd na de zegen [t lèste evangillie [N 96B (1989)] III-3-3
laatste mis kort misje: kort meskə (Meijel), stille mis: stil mes (Meijel) De laatste, vaak korte mis op zondag, de laatste gelegenheid om de mis te horen [snapmèske, gawkletske?]. [N 96B (1989)] III-3-3
laatste oordeel laatste oordeel: leste oerdeil (Meijel), ət lēstə oͅrdeͅl (Meijel) Het laatste oordeel. [N 96D (1989)] III-3-3
ladder leer: līǝr (Meijel) Een ladder met bovenaan een lat waaraan een koord bevestigd is. Het geschoren en gereinigd varken wordt met de rug op de ladder gelegd. Als de achterste poten aan de bovensporten van de ladder zijn vastgesjord, wordt ze overeind gezet. Het varken komt met de snuit omlaag te hangen. [N 5aII, 62b; N 28, 64; N 28, 67; monogr.] II-1
ladderbankje leerbankje: liǝrbɛŋkskǝ (Meijel) Plankje met uitklapbare steun dat met behulp van haken aan de sporten van de ladder bevestigd kan worden. Op deze wijze ontstaat een horizontaal vlak waarop gereedschap kan worden gelegd of dat de basis kan vormen voor bijvoorbeeld een loopplank. [N 67, 63k] II-9