| 21689 |
pacht? |
pacht:
paacht (L265p Meijel)
|
pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 21690 |
pachten |
pachten:
paachte (L265p Meijel)
|
pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 21261 |
pad, paadje |
pad, paadje:
pad (L265p Meijel),
péétjə (L265p Meijel),
zandweg, zandweggetje:
zandwieg (L265p Meijel)
|
een weggetje gemaakt door de voetstappen van mensen of dieren (zandbaan, pad, weg, weggel, wegeling) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 24534 |
paddestoel (alg.) |
paddestoel:
padəstu:l (L265p Meijel)
|
paddestoel [RND]
III-4-3
|
| 18240 |
paillette |
git:
Zwarte steentjes.
git (L265p Meijel),
opsmuk:
upsmūūk (L265p Meijel),
pailletje:
(mv)
pajɛtjǝs (L265p Meijel),
pailletje (<fr.):
pajetjes (L265p Meijel),
paillette (fr.):
pailetten (L265p Meijel),
schilfertje:
sjilverkes (L265p Meijel),
(mv)
šelfǝrkǝs (L265p Meijel),
versiering:
Zo noemt men het ook!
versiering (L265p Meijel)
|
een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)] || Kent U de volgende benamingen van versieringen, hoe spreekt U ze uit, wat wordt ermee bedoeld: git [N 62 (1973)] || Kent U de volgende benamingen van versieringen, hoe spreekt U ze uit, wat wordt ermee bedoeld: paillette? [N 62 (1973)] || Versiering voor kledingstukken. Glinsterend schijfje met in het midden een gaatje. [N 62, 60b]
II-7, III-1-3
|
| 17874 |
pak slaag |
peer:
péér (L265p Meijel),
slaag:
slèèg (L265p Meijel),
slééch (L265p Meijel)
|
Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 18170 |
pak, kostuum |
kostuum:
kustuum (L265p Meijel),
pak:
pak (L265p Meijel, ...
L265p Meijel,
L265p Meijel,
L265p Meijel)
|
een herenkostuum [N 59 (1973)] || Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] || kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 27107 |
pakken turf |
turfpakken:
tø̜rǝfpakǝ (L265p Meijel)
|
Pakken turf van turfstrooisel. [II, 114d]
II-4
|
| 24293 |
paling, aal |
paling:
pòlling (L265p Meijel)
|
paling
III-4-2
|
| 24489 |
palmboompje |
palm:
-
pallem (L265p Meijel)
|
palm (Buxus sempervirens) [DC 69 (1994)]
III-4-3
|