e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peetoom peter: peter (Meijel, ... ), pēͅtər (Meijel, ... ), pééter (Meijel), peteroom: pēͅtryəm (Meijel, ... ), péétruuëm (Meijel) de peter [de paat] [N 96D (1989)] || peter, peetoom III-2-2
peettante meter: maeter (Meijel, ... ), peettante: pēͅtantə (Meijel), pééttante (Meijel) de meter [joaën] [N 96D (1989)] || meter, peettante III-2-2
pek pek: pę̄k (Meijel) De kleverige, zwarte massa die de schoenmaker gebruikt om een draad mee in te smeren. [N 60, 197b; N 36, 44; L 40, 38] II-10
pekdraad pekdraad: pɛkdrǫ (Meijel) De draad die men maakt door hennepvezels in elkaar te draaien en met pek in te smeren. [N 60, 195a; N 60, 238a; N 36, 44; L 40, 39] II-10
pekel pekel: pēkǝl (Meijel) De zoutoplossing waarin het vlees wordt bewaard. [N 28, 108; monogr.] II-1
pekelkuip inmaakkuip: enmākkyp (Meijel), kuip: kyp (Meijel) De houten kuip waarin men het gezouten vlees en spek bewaart. [N 28, 110; monogr.] II-1
penbalk pinbalk: pinbalk (Meijel), pinsteenbalk: penstiǝnbalk (Meijel) De zware balk waar de pensteen op rust. Zie ook afb. 48. [N O, 29b; N O, 45c; A 42A, 89; A 42A, 17; monogr.] II-3
pendule pendule: pendule (Meijel), penduul (Meijel) Klok op de schoorsteenmantel (pendule, horloge) [N 79 (1979)] III-2-1
penis lul: lul (Meijel), Gemeen.  lul (Meijel), mannetje: Kinderwoord.  menneke (Meijel), piemel: piemel (Meijel), pinnetje: Onschuldig.  pinneke (Meijel), pisser: Kinderwoord.  pisser (Meijel), pisserd: Onschuldig.  pissert (Meijel), pummel: pummel (Meijel), wijzer: Kinderwoord.  wijzer (Meijel) [N 10c (1961)] [N 10c (1995)] III-1-1
penitentie penitentie (<lat.): penetentie (Meijel), penitentie (Meijel) Penitentie. [N 96D (1989)] III-3-3