34320 |
tepel, tet |
mem:
mɛm (L265p Meijel),
tepel:
tepǝl (L265p Meijel)
|
Het afzonderlijk melkgevend orgaan van het varken of de tepel. [N 19, 19a; JG 1a, 1b; L 49, 6d; A 30, 6d; G 1, 6d; monogr.]
I-12
|
20477 |
ter begrafenis gaan |
naar de begrafenis gaan:
naor de begraffenis gao (L265p Meijel),
nor də bəgrafənis gōͅ (L265p Meijel),
nò də bəgraffənis gao (L265p Meijel),
ter uitvaart gaan:
ter utvaart go (L265p Meijel)
|
een begrafenis gaan bijwonen [begaan, te lijk gaan, ter bier gaan, gaan kezen, op de korte snee gaan] [N 87 (1981)] || ter begrafenis gaan [N 96D (1989)]
III-2-2
|
24069 |
teraardebestelling |
begrafenis:
begrafenis (L265p Meijel),
begraven:
bəgrāvə (L265p Meijel)
|
De teraardebestelling. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
30595 |
terpentine |
peut:
pø̄t (L265p Meijel),
terpentijn/terpentine:
terpentijn/terpentine (L265p Meijel)
|
Algemene benaming voor de verschillende vervangingsmiddelen van terpentijn zoals benzine, benzol en toluol. [N 67, 17b]
II-9
|
19448 |
terras |
stoep:
stoep (L265p Meijel),
terras:
terras (L265p Meijel)
|
Stuk grond voor een huis, hoger gelegen dan het omliggende terrein, als zitplaats ingericht (plentjes, berm, terras) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
26266 |
terugdraaibeveiliging, keervang |
pal:
pal (L265p Meijel)
|
Terugdraaibeveiliging aan het vangwiel die moet verhinderen dat de wieken en de as in de omgekeerde richting draaien. Zie ook afb. 57. In l 265 werd daartoe een ketting aan de roe gelegd. De keervang bestaat uit een scharnierende stut die met twee of drie kammen in de kammen van het vangwiel past en is bevestigd op de daklijst van de steenrechtzijde in de standerdmolen of op het linker voeghout in de Hollandse molen. De kammen van de stut of pal zijn zō afgeschuind dat de pal bij het rechts draaien wordt opgelicht. Bij het terugdraaien van het gevlucht grijpt de pal in de kammen van het kamwiel waardoor dit stopt. [N O, 35c-e]
II-3
|
28515 |
terugvliegen |
terugvliegen:
tǝrøx˲vlīgǝ (L265p Meijel)
|
Terugvliegen of terugslaan naar de korf, gezegd van de zwermende bijen. Dit doen de bijen, als blijkt dat de moer niet meegevlogen is. [N 63, 31c]
II-6
|
18127 |
tetanus |
klem:
klem (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
tetanus:
teetaanəs (L265p Meijel)
|
Tetanus: ziekte waarbij een verstijving van de spieren optreedt, die begint bij de kauwspieren en zich dan uitspreidt over de rompspieren (klem). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33760 |
tetveulen |
zuigveulen:
zōx˲vø̄lǝ (L265p Meijel)
|
Veulen dat nog gezoogd wordt. Een tetveulen is ouder dan een zuigeling en kan verkocht worden. [JG 1a, 1b; N 8, 2]
I-9
|
19347 |
tevreden; tevredenheid |
content:
kontènt (L265p Meijel),
plezier:
plezier (L265p Meijel),
trek:
trek (L265p Meijel)
|
tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|