| 17859 |
tollen |
tollen:
tollen (L265p Meijel)
|
Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 33594 |
tomaat |
tomaat:
təmaot (L265p Meijel)
|
Hoe noemt u: tomaat (lycopersicum esculentum)- fam. solaneae [N 71 (1975)]
I-7
|
| 25267 |
ton, maat van 1000 liter |
ton:
zak: 70 kg. graan mud: koole vat: ± 25 kg. graan.
ton (L265p Meijel)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 1000 liter [wisse, zak, mud, vat, ton] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 19583 |
tondel |
turks leer:
törks lèr (L265p Meijel)
|
ontvlambaar materiaal in de tondeldoos [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 19542 |
tondeldoos |
tondelpot:
tontelpot (L265p Meijel)
|
tondeldoos, koperen huls gevuld met licht ontvlambaar materiaal (tintelton, tinteldoos) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 22658 |
toneelspel |
spel:
spel (L265p Meijel),
toneelstuk:
təniəlstøk (L265p Meijel)
|
Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 17727 |
tonen |
laten kijken:
laotə kīēkə (L265p Meijel),
laten blijken (L265p Meijel),
laten zien:
laote zie (L265p Meijel),
tonen:
(teuinen) (L265p Meijel),
tonen (L265p Meijel)
|
tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
| 17620 |
tong |
tong:
tōŋ (L265p Meijel),
watertong:
watǝrtōŋ (L265p Meijel)
|
De gemetselde afscheiding tussen twee rookkanalen in een schoorsteen. De term 'wang' (L 270) wordt doorgaans gebruikt voor de zijmuren van een uitgebouwd rook- en/of wasemkanaal. [N 32, 25c; monogr.] || De leren lap in rijgschoenen die de wreef bedekt. [N 60, 24]
II-10, II-9
|
| 18231 |
tong van een schoen |
lipje:
lipje (L265p Meijel),
tong:
toong (L265p Meijel, ...
L265p Meijel,
L265p Meijel),
tongetje:
teungske (L265p Meijel),
watertong:
Vgl. WLD II.10, p.25
watərtōŋ (L265p Meijel)
|
De leren lap in rijgschoenen, die de wreef bedekt (tong) Zie bij tek. 3. [N 60 (1973)] || een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 30128 |
tongewelf |
halfrond gewelf:
halfrond gewelf (L265p Meijel)
|
Gewelf waarvan de dwarsdoorsnede een halve cirkel of een ellips is. [N 32, 22b]
II-9
|