19736 |
soda |
soda:
sōdā (L246b Melderslo)
|
de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
18196 |
sok |
sok:
zok (L246b Melderslo),
strump:
door oudere mensen gebruikt
stroomp (L246b Melderslo)
|
Hoe noemt men de sok (de halflange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
21287 |
soldaat |
soldaat:
soldo.ət (L246b Melderslo)
|
soldaat [RND]
III-3-1
|
21289 |
soldaten |
soldaten:
suldo:tə (L246b Melderslo)
|
soldaten [RND]
III-3-1
|
17694 |
speeksel uitspuwen |
spijen:
spiijə (L246b Melderslo)
|
(speeksel uit)spuwen [RND]
III-1-1
|
34114 |
speen van de koe |
deem:
dēm (L246b Melderslo)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
22383 |
spelen (alg.) |
spelen:
speule (L246b Melderslo)
|
Als je klaar bent mag je gaan spelen. [DC 35 (1963)]
III-3-2
|
24379 |
spin |
spin:
spen (L246b Melderslo)
|
spin [RND]
III-4-2
|
20121 |
spinnen |
spinnen:
spenǝ (L246b Melderslo)
|
De handeling die met behulp van een spinnewiel werd verricht. Vooral voor vlas en hennep was het raadzaam de spinvingers nat te houden tijdens het spinnen. Hiervoor had men een klein potje met water aan rokken of wiel hangen (Weyns, pag. 844-845). Soms werden daartoe ook wel kleine, twee-orige kruikjes van ongeveer 7 cm hoog gebruikt, gebakken onder andere te Raeren. [N 34, C; RND 3; Wi 27; S 34; monogr.]
II-7
|
24381 |
spinnenweb |
spinnenweb:
spenəwɛp (L246b Melderslo)
|
spinnenweb [RND]
III-4-2
|