17980 |
ziekte |
ziekte:
də ziektə ɛs bəsmɛttəlɛk (P045p Meldert)
|
die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)]
III-1-2
|
17783 |
zien, kijken |
kijken:
kieken (P045p Meldert),
kīke (P045p Meldert),
zien:
zɛɛin (P045p Meldert)
|
kijken [ZND 25 (1937)], [ZND m] || zien [RND]
III-1-1
|
17644 |
zijde |
zij:
zēͅə (P045p Meldert)
|
zijde [ZND m]
III-1-1
|
20937 |
zijde spek |
zij:
zai (P045p Meldert)
|
zijde spek [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
34580 |
zijladder |
leer:
līǝr (P045p Meldert)
|
Ladderachtige zijkant van de hooikar. De zijladder bestaat uit een aantal sporten, die twee ladderbomen verbinden. Een gedeelte van dit materiaal werd al behandeld in wld I.3, maar wordt hier volledigheidshalve herhaald en aangevuld. [N 17, 12a + 30b + 40 + 46b + add; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; A 26, 2a; Lu 4, 2a; monogr.]
I-13
|
27824 |
zijwand |
sponnen:
spǫnǝ (P045p Meldert)
|
Elk van de zijkanten van een kar, wagen of kruiwagenbak. Herhaaldelijk worden in het materiaal speciaal de zijkanten van een hoogkar vermeld, die afgenomen kunnen worden. De zijwanden van de slagkar, die samen met de voorwand een vast geheel vormen, krijgen vaak geen aparte naam. De zijplanken zijn horizontale planken die tegen verticale rongen staan en waarop verhoogsels gezet kunnen worden. De woordtypes kist, mouw, komp en korf, die thans "elk van de twee zijwanden" betekenen, zijn oorspronkelijk termen voor de kar- of wagenbak als geheel. De benamingen voor dit geheel worden behandeld in het lemma bak. De meer specifieke benamingen voor de zijwanden van de kruiwagen worden onder het betreffende lemma behandeld. [N 17, 30a + 40 + 46a + add; N G, 53c + 60 a-b; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2a; JG 2b; JG 2c; A 26, 2b; Lu 4, 2b; monogr.]
I-13
|
24851 |
zijwortel |
wortels:
de w[ə}tels (P045p Meldert)
|
(dwars)wortels van een boom [N 27 (1965)]
III-4-3
|
22771 |
zingen |
zingen:
zinge (P045p Meldert)
|
III. zingen; hij zong; gezongen. [ZND 25 (1937)]
III-3-2
|
31189 |
zinkbewerker |
zinkbewerker:
zinkbewerker (P045p Meldert)
|
Ambachtsman die zink en blik verwerkt, dakgoten herstelt, etc. Een aantal opgaven kunnen mogelijk meer algemeen van toepassing zijn op een loodgieter. [N 64, 161b; L 34, 17a-b; monogr.; div.]
II-11
|
19680 |
zitbank |
bank:
baŋk (P045p Meldert, ...
P045p Meldert)
|
bank [ZND A1 (1940sq)] || op het eind van de bank [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|