25133 |
druppel |
druppel:
drøͅpəl (P045p Meldert)
|
druppel (drop) [ZND A1 (1940sq)]
III-4-4
|
33446 |
dubbele toegangspoort van een gesloten erf |
poort:
[poort] (P045p Meldert)
|
De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.]
I-6
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
døf (P045p Meldert),
Pl. [deuve]
dø͂ͅf (P045p Meldert)
|
Duif. [Goossens 1b (1960)] || Een duif. [ZND A2 (1940sq)]
III-3-2
|
24139 |
duif, algemeen |
duif:
dø͂ͅ.f (P045p Meldert)
|
duif [ZND 01 (1922)]
III-4-1
|
17666 |
duim |
duim:
doͅm (P045p Meldert),
døm (P045p Meldert)
|
een duim [ZND A2 (1940sq)] || een duim, (duimen) [ZND A2 (1940sq)]
III-1-1
|
23225 |
duivel |
duivel:
dyvəl (P045p Meldert)
|
Een duivel. [ZND A2 (1940sq)]
III-3-3
|
21965 |
duivenhok |
duivenkot:
dø̜̄vǝkǫt (P045p Meldert),
dø͂ͅvəkòt (P045p Meldert)
|
Duivenhok. [Goossens 1b (1960)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker]
I-6, III-3-2
|
22249 |
duivenhok add. |
kot:
kot (P045p Meldert)
|
Een kevie (voor duiven). [ZND A1 (1940sq)]
III-3-2
|
22090 |
duivenslag |
loop:
luǝp (P045p Meldert),
luəp (P045p Meldert)
|
Duivenslag. [Goossens 1b (1960)] || Het platform op het dak of tegen de gevel vóór de toegang tot het duivenhok, waarop de duiven aanvliegen en neerstrijken. Doorgaans is het platform niet meer dan een plank, soms heeft het de vorm van een huisje met een dak. In een enkel geval is de betekenis van de opgegeven term beperkt tot het (getraliede) valdeurtje dat men kan verstellen voor in- en uitvliegen; deze gevallen zijn telkens in het lemma vermeld. In kaart 52 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie ook afbeelding 17 bij het lemma "duivenhok" (3.4.7). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 9b; monogr.]
I-6, III-3-2
|
34239 |
dunne melk |
dunne melk:
døn mēlǝk (P045p Meldert)
|
Dunne melk met een laag vetgehalte. [N 3A, 74]
I-11
|