e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koe met lange poten beenduivel: bɛi̯ndȳvǝl (Melick) [N 3A, 142a] I-11
koe met ver uitspringende hielen schijthak: šīthak (Melick) [N 3A, 144b] I-11
koe met witte vlek of streep op het voorhoofd bles: blɛs (Melick), kol: kǫl (Melick) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 135a; N 3A, 136a] I-11
koeherder zweitser: šwɛi̯tzǝr (Melick) Zie ook het lemma ''koewachter, veeknecht'' (1.3.14) in wld I.6, blz. 23-25. [N 3A, 12b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
koeienmaag pens: pɛns (Melick) Bedoeld is hier de koeienmaag in haar geheel. [N 3A, 120; A 9, 11] I-11
koekje knapkoek: Syst. WBD Ruitvormig koekje.  knapkook (Melick), koekje: Syst. WBD Soortnaam  keukskes (Melick), platsje: Syst. WBD Soortnaam  pletskes (Melick) Welke benamingen kent u voor koekjes (kaffekoekje, sterreke, waterpletske, peekverjenneke, knapkoek?) Wat zijn de verschillen tussen deze? [N 16 (1962)] III-2-3
koekje van overgeschoten deeg kreupelvot: Syst. WBD  kreupelvo͂:te (Melick) Koekjes van onbepaalde vorm, van overgeschoten deeg gebakken voor kinderen (kreupelkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
koets (alg.) koets: koetsj (Melick) een vierwielig, geheel gesloten rijtuig, door een of meer paarden getrokken [koets, toegerij, toekoets] [N 90 (1982)] III-3-1
koffiepot koffiepot: ko͂ffiepot (Melick) pot waarin koffie wordt gezet [N 20 (zj)] III-2-1
koffiezeef, koffiefilter koffiezeefje: ko͂ffiezeefke (Melick) zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1