32730 |
ploegzool |
bank:
baŋk (L383p Melick),
ijzerbank:
īzǝrbaŋk (L383p Melick)
|
De termen die in dit lemma bijeen zijn gezet, hebben alle betrekking op de grond of de grondlaag onder de bouwvoor. De onder A. vermelde benamingen zijn vooral van toepassing op de korst of harde laag, die bij regelmatig ploegen onder in of juist onder de voor gevormd wordt door de druk en de strijkende werking van het ploeghoofd; van tijd tot tijd moet deze laag met de ondergronder gebroken worden. Onder B. vindt men benamingen voor een harde laag onder de bouwvoor, die het water slecht doorlaat. Deze termen betreffen soms een uitgestrekte laag, in andere gevallen een bank of een laag van beperkte omvang. Vaak ook wijzen ze meer op een grondsoort dan op een laag onder de bouwvoor. De veelheid van termen (zoals die voor bijzondere kleisoorten, klevende en kneedbare aarde, modderige grond e.d.) hangt nauw samen met plaatselijke en regionale verschillen in bodemgesteldheid. Tenslotte wordt onder C. een opsomming gegeven van benamingen voor een bijzondere laag in de ondergrond, een roestbruine ijzerhoudende laag (van een bepaalde grondsoort) die hard of zacht kan zijn. [N 11A, 129g; N 27, 12a + b; N 27, 13a add.; monogr.; div.]
I-1
|
21747 |
plunderen |
plunderen:
plunjere (L383p Melick)
|
als buit meenemen [pluimen, plunderen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24991 |
poeder, pulver |
pulver:
pôlver (L383p Melick)
|
tot fijn gruis of zeer fijne koreltjes gemaakte vaste stof [peder, pulver, poeder, stof] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20762 |
poffertje |
poffertje:
Syst. WBD
pufferke (L383p Melick)
|
Poffertje [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21437 |
politieagent |
police (fr.):
plies (L383p Melick)
|
een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19482 |
pollepel |
soeplepel:
soeplaepel (L383p Melick)
|
lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
17657 |
pols |
pols:
pols (L383p Melick)
|
pols [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
24431 |
pompen van de meikever |
tellen:
ideosyncr.
têlle (L383p Melick)
|
Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21536 |
ponder |
ponder:
vroeger voor diverse voorwerpen
punjer (L383p Melick)
|
Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)]
III-3-1
|
21170 |
ponton |
ponton (fr. <it.):
ponton (L383p Melick)
|
een drijvende brug (ponton) [N 90 (1982)]
III-3-1
|