22641 |
met een drijftol spelen |
de kokkeral opzetten:
de kokkeral opzètte (Q034p Merkelbeek)
|
Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven]? [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
22760 |
met een priktol spelen |
peeldok opzetten:
peildok opzètte (Q034p Merkelbeek)
|
Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [een stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid]? [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
20570 |
met kleine hapjes eten |
busselen:
búúzele (Q034p Merkelbeek)
|
Hoe noemt U: Druk eten met kleine hapjes (busselen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22508 |
met kleppers rondlopen |
klokken luiden:
klokke loewe (Q034p Merkelbeek),
ratelen:
ratele (Q034p Merkelbeek)
|
Rondlopen met kleppers en ratels in de week vóór Pasen. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25101 |
met tussenpozen regenen |
buiig:
bùjich (Q034p Merkelbeek)
|
af en toe regenen [veuren] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20513 |
metworst |
braadworst:
broadwoesch (Q034p Merkelbeek)
|
metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21585 |
mevrouw |
madam (<fr.):
madam (Q034p Merkelbeek),
vrouw:
vrouw (Q034p Merkelbeek)
|
hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20123 |
miauwen |
miauwen:
eigen spellingsysteem
miauwe (Q034p Merkelbeek)
|
Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
17838 |
middagdutje |
unger:
unger (Q034p Merkelbeek, ...
Q034p Merkelbeek)
|
Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] || Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17839 |
middagdutje doen |
ungeren (ww.):
ungere (Q034p Merkelbeek)
|
middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|