e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met een drijftol spelen de kokkeral opzetten: de kokkeral opzètte (Merkelbeek) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven]? [DC 24 (1953)] III-3-2
met een priktol spelen peeldok opzetten: peildok opzètte (Merkelbeek) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [een stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid]? [DC 24 (1953)] III-3-2
met kleine hapjes eten busselen: búúzele (Merkelbeek) Hoe noemt U: Druk eten met kleine hapjes (busselen) [N 80 (1980)] III-2-3
met kleppers rondlopen klokken luiden: klokke loewe (Merkelbeek), ratelen: ratele (Merkelbeek) Rondlopen met kleppers en ratels in de week vóór Pasen. [N 88 (1982)] III-3-2
met tussenpozen regenen buiig: bùjich (Merkelbeek) af en toe regenen [veuren] [N 81 (1980)] III-4-4
metworst braadworst: broadwoesch (Merkelbeek) metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)] III-2-3
mevrouw madam (<fr.): madam (Merkelbeek), vrouw: vrouw (Merkelbeek) hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)] III-3-1
miauwen miauwen: eigen spellingsysteem  miauwe (Merkelbeek) Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)] III-2-1
middagdutje unger: unger (Merkelbeek, ... ) Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] || Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)] III-1-2
middagdutje doen ungeren (ww.): ungere (Merkelbeek) middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] III-1-2