e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onrijp groen: eigen spellingsysteem  greun (Merkelbeek) Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] III-2-3
onrijp, onvolgroeid groen: eigen spellingsysteem  greun (Merkelbeek, ... ), onrijp: eigen spellingsysteem  oenrīep (Merkelbeek) Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] || Onvolgroeid, gezegd van een vrucht (vernepen). [N 82 (1981)] I-7
onrustig zenuwachtig: zenuwegtich (Merkelbeek) geen rust hebben [N 85 (1981)] III-1-4
onrustig persoon boheimaker: De Limburgse vormen met b en een tweeklank aan het eind sluiten m.i. het meest aan bij de vorm die ook in het Rijnland bekend is: Buhei. In het Rheinisches Wörterbuch deel I kol. 1106 vind je heleboel vormen onder dat trefwoord. Gezien ook de vormen in het WNT zou ik in dit geval voor een trefwoord kiezen dat wat dichter bij het Limburgse (en Rijnlandse) ligt: bohei.;cf. Rh.Wb. dl. I p. 1106 s.v. "buhei"afl. "buheikrämer"en "buheitskrämer  beheimèker (Merkelbeek) een onrustig persoon, persoon die geen rust heeft, altijd bezig is [roerwarmoes] [N 85 (1981)] III-1-4
onschuldig onnozel: oennuzel (Merkelbeek) zonder besef van goed en kwaad [onschuldig, onnozel] [N 85 (1981)] III-1-4
onstuimig driftig: driftig (Merkelbeek), kwaad: kao (Merkelbeek) moeilijk in toom te houden, driftig [wreed, onstuimig] [N 85 (1981)] III-1-4
ontberen armoedezaaier (zn.): ermoodzeijer (Merkelbeek) niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)] III-3-1
ontbijt morgenkoffie, de -: mörgekoffie (Merkelbeek), morgens-caf, de -: mörgeskaffee (Merkelbeek), morgenskoffie, de -: mörgəskŏffie (Merkelbeek) 1e koffie ¯s morgens vroeg || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 7 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
ontvangen beuren: buëre (Merkelbeek), incasseren: inkassere (Merkelbeek) in het bezit gesteld worden van bijv. geld [beuren, inbeuren ontvangen] [N 89 (1982)] III-3-1
ontzien sparen: sjpare (Merkelbeek) iemand zoveel mogelijk sparen [ontzien, vreeuwen, vieren] [N 85 (1981)] III-1-4