e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poten poten: pǭtǝ (Merkelbeek) In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-5
potlood potlood: potloët (Merkelbeek) een met hout omgeven staafje grafiet om mee te schrijven of te tekenen [potlood, crayon] [N 87 (1981)] III-3-1
potsachtig kwatskop: kwatsjkop (Merkelbeek), onnozel: oennuzel (Merkelbeek) lachwekkend, met minder fijnzinnige humor [grollig] [N 85 (1981)] III-1-4
potter? oppotter: oppotter (Merkelbeek) een sterke begeerte naar geld hebben [hebbig, gewarig, greeg (zijn)] [rijven] [N 89 (1982)] III-3-1
praatje <omschr.> uit de duim zuigen: oet den doem gezaoge (Merkelbeek), vertelseltje: vertelselke (Merkelbeek) een waarschijnlijk onwaar bericht [praatje, praat, spraak, mare] [N 87 (1981)] III-3-1
pralerij kale schijt: kale sjiet (Merkelbeek) een vertoon van grootheid [kasgenade, geneuk, paret] [N 85 (1981)] III-1-4
prent(je) plaat(je): plɛ̄tjə (Merkelbeek) Een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke]. [N 90 (1982)] III-3-2
prentbriefkaart aanzichtkaart: ansichtkaart (Merkelbeek) een briefkaart waarop aan een zijde een afbeelding is afgedrukt [prentbriefkaart, zichtkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
pret, schik opluchting: opluchting (Merkelbeek), plezier: plezeer (Merkelbeek), spa (du.): sjpas (Merkelbeek) een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)] || gekheid maken [mallen, follen] [N 85 (1981)] III-1-4
pretmaker grapjas: grapjas (Merkelbeek) de persoon die altijd zorgt voor vrolijkheid en pret [pallieter, kadul] [N 85 (1981)] III-1-4