e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

Gevonden: 2235
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bros, breekbaar broos: broos (Merkelbeek) hard aanvoelend en toch gemakkelijk breekbaar [bros, sprok, ras, broos] [N 91 (1982)] III-4-4
bruid bruid: brūt (Merkelbeek) bruid [DC 05 (1937)] III-2-2
brutaal bot: bot (Merkelbeek), frech (du.): vreg (Merkelbeek), onbeschoft: oenbesjoeft (Merkelbeek) geen schaamte hebbend [(zeer) brutaal, astrant, frech, vrank, frank] [N 87 (1981)] || zeer onbeschaamd, zeer brutaal [astrant, ekstrant, onbeschoft] [N 85 (1981)] III-3-1
bui, regenbui buiig: bujich (Merkelbeek) regenbui, korte periode van regen [frontbui, gurze, schoer] [N 81 (1980)] III-4-4
buik buik: boek (Merkelbeek), bōuk (Merkelbeek) buik (lijf) [DC 01 (1931)] III-1-1
buikpijn buikpijn: boekpien (Merkelbeek), pijn in de buik: pien in de boek (Merkelbeek) buikpijn [DC 27 (1955)] || ik heb pijn in mijn buik of de buik doet mij zeer [DC 01 (1931)] III-1-2
buitenechtelijk kind bastaard: bastaard (Merkelbeek), voorkind: vuerkĕndj (Merkelbeek) een niet uit een wettelijk huwelijk geboren kind, buitenechtelijk kind [bastaard, speelkind, voorloper, voorkind] [N 86 (1981)] III-2-2
buitenspel off-side (eng.): ofside (Merkelbeek) Buitenspel. [DC 49 (1974)] III-3-2
buitenspeler links-/rechtsbuiten: lenksboete (Merkelbeek), rechtsboete (Merkelbeek) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
bullebak gebiederig: gebiderig (Merkelbeek) iemand die probeert door nors, ruw optreden anderen bang te maken [woew, bietebouw, bullebak] [N 85 (1981)] III-3-1