e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesp gesp: schōēn mit ènne gaspe (Merselo) gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] III-1-3
getatewaal gestotter: gestotter (Merselo), geteutel: getottel (Merselo) getatewaal (gebrekkig spreken) [SGV (1914)] III-3-1
getob; tobben gemartel: gemartel (Merselo, ... ) gemartel [SGV (1914)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwd vrouwmens: gətrówt frómməs (Merselo) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuigen getuigen: getūūge (Merselo) getuigen [SGV (1914)] III-3-1
getuigkast getuigkast: gǝtȳxkast (Merselo) Een kast, ook wel kist of bak, waarin het getuig van het paard (vooral het kostbare zadel en de haam) bewaard wordt. Op grote boerderijen (of bij welvarende mensen) is er wel eens een apart vertrek voor het getuig, maar dit komt slechts zelden voor. Een kast voor het paardetuig is onbekend in L 320a, 324, 330, 369, Q 113, 198b en 203b. Meestal hangt men het getuig aan haken of balkjes in de muur (K 278, L 271, 318, 322, 372, 413, 429a, P 107a, Q 4, 78, 111 en 193). In L 282 wordt het getuig op een ezel gelegd. Benamingen die niet een kast, kist of bak betreffen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigrek" (2.3.8). Zie ook dat lemma. [N 13, 81] I-6
gevaarlijk gevaarlijk: gevaorlek (Merselo) gevaarlijk III-1-4
gevangenis gevangenis: gevangenis (Merselo) gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
gevel gevel: Enne schönne gevel hit ok plekke: er is niets volmaakt  gevel (Merselo) gevel, voorkant van een huis III-2-1
geven geven: gêve (Merselo) geven [SGV (1914)] III-1-2