24418 |
langpootmug |
glazenwasser:
glazewâsser (L209p Merselo),
langpoot:
langpoeët (L209p Merselo)
|
langpootmug
III-4-2
|
19599 |
lantaarn |
lantaarn:
lântaern (L209p Merselo),
weinig gebr.
lantɛ̄rən (L209p Merselo),
lucht:
lucht (L209p Merselo),
De karlucht en de stallucht mòtte nog werre naogezi‰n Groeëte lucht, klaen licht: een grote mond, maar weinig prestatie \'n Lucht zònder licht: gezegde voor een dom persoon
lucht (L209p Merselo)
|
lantaarn [SGV (1914)]
III-2-1
|
24420 |
larve van de libel |
sprok:
sprok (L209p Merselo)
|
larve vd libel
III-4-2
|
19297 |
lastig (werken) |
lastig:
lāstig (L209p Merselo)
|
lastig [SGV (1914)]
III-1-4
|
31724 |
lat |
lat:
lat (L209p Merselo
[(meervoud: latǝr)]
)
|
In het algemeen een gezaagde strook hout met geringe breedte en dikte. [N 50, 73e; N 50, 74a; monogr.]
II-12
|
17814 |
laten |
laten:
loate (L209p Merselo)
|
laten [SGV (1914)]
III-1-2
|
23752 |
laten wijden |
autozegenen:
auto zegene (L209p Merselo),
het veld inzegenen:
et veld ienzegene (L209p Merselo),
huis inzegenen:
huus inzegene (L209p Merselo),
zegenen:
zegene (L209p Merselo, ...
L209p Merselo)
|
Een akker laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een huis of gebouw laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een kruisbeeld, een heiligenbeeld(je), een kaars laten wijden/zegenen. [N 96B (1989)] || Een rozenkrans, een scapulier, een medaille, een kruisje laten wijden/zegenen door een priester. [N 96B (1989)] || Een voertuig (auto/wagen) laten wijden/zegenen, op of rond het feest van St. Christoffel (25 juni). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24990 |
lauw |
lauw:
laow (L209p Merselo)
|
lauw, tussen warm en koud
III-4-4
|
25036 |
lawaai maken |
leven maken:
lêve make (L209p Merselo)
|
lawaai maken [SGV (1914)]
III-4-4
|
25035 |
lawaai, herrie |
lawaai:
lawaai (L209p Merselo),
spektakel:
spiktakel (L209p Merselo)
|
lawaai [SGV (1914)]
III-4-4
|