e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opgebaard zijn boven aarde staan: bovven aerd staon (Merselo) bovenaarde staan (van dode) III-2-2
opgewarmde koffie schuddekul: schuddekul (Merselo) opgewarmde of slappe koffie, die de naam koffie niet verdient III-2-3
ophitsen stoken: steuke (Merselo) stoken, opruien, aanzetten tot III-1-4
ophouden met het werk ophouden: ophalde (Merselo), uitscheiden: uutscheie (Merselo) ophouden (m.h. werk) [SGV (1914)] III-1-4
opklaren opklaren: òpklaore (Merselo) opklaren III-4-4
opleppen opleppen: oplɛpǝ (Merselo) Een big met koemelk grootbrengen. [N 19, 16; N 19, 15; monogr.] I-12
opper hooiopper: hø̜i̯ø̜pǝr (Merselo), opper: øpǝr (Merselo) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3
oprispen oprupsen: opripse (Merselo) oprispen [SGV (1914)] III-1-2
opscheplepel opschepper: òpschöpper (Merselo), scheplepel: schöplepel (Merselo) opscheplepel III-2-1
opscheppen snoeven: snoēve (Merselo), stuiten op zijn eigen: stute òp zien aege (Merselo), zwavelen: zwaevele (Merselo), zwetsen: zwetse (Merselo) opsbnijden, pochen || opscheppen, snoeven || opsnijden, opscheppen || pochen, opscheppen III-1-4