e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
provisiekast, etenskast schap: schape (Merselo) schaprade [SGV (1914)] III-2-1
pruilmond pruilmondje: proelmeūndje (Merselo) pruilmondje III-1-4
pruim eierpruim: "Belle de Louvain  ejjerproem (Merselo), kriek: kleine soort  kriek (Merselo), pruim: proem (Merselo), De riepe proeme zien geplòkke: er is niet veel meer te halen Dn ieëne plânt dn boeëm, ennen ândere plukt r de proeme van: niet alle werk levert direkt resultaat op  proem (Merselo), pruimpje: pruumke (Merselo), kleine soort  pruumke (Merselo), reine claude (fr.): ringeloeët (Merselo), spral: spral (Merselo), tabakspruim: tebáksproem (Merselo) plukje tabak || pruim || pruim (tabak) || pruim, soort || pruim, soort, reine claude || tabakspruim I-7, III-2-3
pruimen pruimen: proeme (Merselo) tabak pruimen III-2-3
pruimenvlaai pruimenvlaai: proemeflaaj (Merselo) pruimevlaai III-2-3
pruis pruis: Pruus (Merselo) Pruis [SGV (1914)] III-3-1
pruisen pruisen: Pruise (Merselo) Pruisen (land) [SGV (1914)] III-3-1
prutsen doddelen: doedele (Merselo), froemelen: froemele (Merselo), hampelen: hámpele (Merselo), ineenflansen: ienén flânse (Merselo), ineenflatsen: ienén flatse (Merselo), ineenfleren: cf. VD p. 776, s.v. "fleren  ienén flaere (Merselo), ineenkloten: ienén kloeëte (Merselo), klooien: klojje (Merselo), kloten: kloeëte (Merselo), klungelen: klungele (Merselo), knommelen: Mar.: Contaminatie van klommelen en knoeien? cf. Schuermans p. 256 s.v. "klommel"= "iemand of iets van weinige, van geen waarde..... Vanhier t o.w. klommelen......den tijd met beuzelarijen overbrengen, niets goeds verichten... Vanhier nog klommeleer, geklommel, verklommelen, d.i. bederven, verspillen (Limb.)  knoemele (Merselo), trontelen: tròntele (Merselo) klooien, prutsen, klunzen, klungelen || knutselen, prutsen || met veel moeite en slordig in elkaar zetten || onhandig doen || prutsen || prutsen, aanklooien || slordig in elkaar zetten || slordig, vlug in elkaar prutsen || werk doen dat geen zin heeft, ondeugdelijk werk doen III-1-4
prutser hampelaar: hámpeler (Merselo), klooierd: klojjerd (Merselo), pieler: pieler (Merselo), sukkelaar: sukkeler (Merselo) iemand die veel prutst, klungelt etc. || onhandig persoon, onnozele || prutser || sukkelaar [SGV (1914)] III-1-4
prutswerk blagengedoe: blagegedoej (Merselo), knommelarij: Mar.: Contaminatie van klommelen en knoeien? cf. Schuermans p. 256 s.v. "klommel"= "iemand of iets van weinige, van geen waarde..... Vanhier t o.w. klommelen......den tijd met beuzelarijen overbrengen, niets goeds verichten... Vanhier nog klommeleer, geklommel, verklommelen, d.i. bederven, verspillen (Limb.)  knoemelereej (Merselo), pielwerk: piel(e)waerk (Merselo) prutswerk || waardeloos werk III-1-4